155. M. ter Braak aan E. du Perron
R'dam, Dag der Proletaren 1932 [1 Mei]

aant.

Beste Eddy Dus Dinsdag half vijf in Riche. Truida komt denk ik wel mee; komt Bep ook? Vestdijk heb ik 's avonds om half acht vastgelegd, terzelfder plaatse. Allerlei bewaar ik dus maar tot mondeling. Ik stuur je hierbij vast het stukje over M. en P. Maak ervan: brief aan een leeraar, uitstekend. Dat kan het frikkenelement in Potgieter vooral nog accentueeren.

Ik kocht gisteren Lady Chatterley's Lover in het fransch. Las bereids de inleidingen, en bladerde. Ik voel nu al, dat ik er een stuk over (of naar aanleiding van) zal schrijven. Over heel andere kanten dan jij, vooral in verband met de beschrijving als element überhaupt, waarvoor Lawrence me juist de geschikte aanleiding zal geven, denk ik. De inleiding van hemzelf is in principe absurd, maar sympathiek. Ik heb er al een paar vraagteekens bijgezet. B.v. het tegenover elkaar stellen van ‘pensée’

[p. 205]

en ‘acte’ bewijst, dat Lawrence een volkomen ander mens is dan ik.

Hartelijk dank ook nog voor La Doulou, een prachtig ding. Ik vraag me telkens af, of ik ook nog maar tot schrijven als ‘acte’ zou komen, als ik zoover heen was.

Wat die sonnetten betreft: ik critiseerde je niet als administrateur van Forum en heb in die illustre functie heelemaal geen bezwaar tegen plaatsing. Ook wil ik je met alle liefde integraal nemen. Maar daarom kan ik je als M.t.B. toch wel mijn meening zeggen en je als M.t.B. de publicatie van het ééne sonnet afraden? Ik ben juist heelemaal niet van de theorie van het ‘geduldig wachten op meesterwerken’, maar ik vond, dat dit ééne vers je niet gelukt was. Maar als je er zelf anders over denkt, ben ik voor plaatsing. En zonder een redacteursgezicht! Maar waarom zou je daaruit in het algemeen de conclusie trekken, dat je geen sonnetten meer moet schrijven? Ik ben van meening, dat ze je, als ze je gelukken, juist bijzonder liggen. Getuige De Bierpiraat en zooveel andere.

Heb je Anthonie's knieval voor Nijhoff in de N.R.Ct. gelezen? Forum wordt daar ook even terechtgewezen, omdat wij te slordige poëzie publiceeren.

Tot Dinsdag dus. Bedank Bep vast voor haar uitnemende paapsche zending; ik hoop haar ook Dinsdag te zien. Tot zoolang aan haar mijn hartelijke groeten. Een h. hand van je

Menno

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie