170. M. ter Braak aan E. du Perron
R'dam, 10 Juni '32

aant.

B.E. Zoo juist kwam je briefkaart, die jullie terugreis meldde. In de eerste plaats: het beste met je moeder en breng haar mijn hartelijkste wenschen over! - Ontving je de brief nog over de drukproeven-quaestie? Ik hoop, dat je je er in deze omstandigheden verder niets van aantrekt; ik meende, op dit feitje zoo omstandig te moeten ingaan, omdat ik je niets wilde verzwijgen. Als aanvulling binnenkort meer over je polemische stukje tegen de heeren V.C.S.B.-vaatdoeken, waarvan ik de argumenteering geheel deel. Maar dat weet je trouwens wel, het gaat hier meer om de ‘handeling der polemiek’. - Ook zond ik nog een paar knipsels over de Mij der Letterkunde, die mij tot lid heeft benoemd en bij mij een blauwtje heeft geloopen. Moge Slauerhoff tenminste dit voorbeeld volgen; de rest zal wel erg blij zijn met de eer.

Bespreek jij vooral Kelk en v. Wessem; ik zal Bouws morgen vragen, ze voor je te laten komen. - Stukje van Bep gaf ik al aan hem door; is heel goed als kroniekje.

Spoedig meer dus. Ik ga morgen even naar Ant, schrijf zoo mogelijk Maandag.

[p. 223]

Hart. gr., ook voor Bep, en nogmaals, het beste met je moeder!

je Menno

Is Vestdijk nog in Gistoux? Zoo ja: ik heb een H.C. hier voor hem klaarliggen.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie