213. M. ter Braak aan E. du Perron
17 Sept. 32

aant.

Beste Eddy, Mijn vulpen is sinds dagen in reparatie en daarom kan ik geen ‘vertrouwelijke’ brieven schrijven; excuseer dus mijn machineschrift. Dank voor je brief. Ik heb Bep niet meer gesproken of opgebeld, zooals je gehoord zult hebben; bijzonder nieuws had ik niet en ik dacht wel, dat zij het te druk zou hebben gehad om over te komen. Is nu de boel aan kant? Geluk met de plaatsing van één en ander! Ik hoop het in November te zien en inderdaad zoo weinig mogelijk de ‘zaken’ aan te roeren! Correctie van je voorrede kreeg ik nog niet, wel het reisexemplaar, zijnde band, omslag en eerste vel. Band is keurig, papier uitstekend, omslag niet onaardig. Zijlstra maakt 10 ex. op japansch, waarvan jij er natuurlijk ook één krijgt, met vier gewone erbij. Alles bij elkaar wel weer een ‘gek’ boekje. De carissimus frater, aan wien het is opgedragen, komt vanmiddag hier, beladen met het manuscript van en zijn critiek op Dr. Dumay.

Van Maurice kreeg ik ook een bijzonder aardigen brief over Dumay. Hij zegt er eenige zeer juiste dingen over, is over het geheel in het vlaamsch geestdriftig. ‘Niet zoodra zijn Uw figuren tegen elkaar gaan tollen, of ik ben fel geïnteresseerd geweest: het menschelijke schiet er waarlijk bij vonken uit.’ Merkwaar-

[p. 285]

dig: hij haalt de scène met den bezopen George als bijzonder treffend aan!

Ant en ik hebben Woensdag voor haar een kamer in Scheveningen gezocht; zij wil graag zeelucht hebben, voor haar hoofdpijn. Natuurlijk bereidde het fatum ons deze verrassing, dat de eenige geschikte kamer zich bevond Zwolsche straat 341, alzoo twee deuren van X. echtelijk verblijf verwijderd! Ook hier dus een kleine Forensen-kolonie, van uiteenloopend kaliber... Op weg naar Scheveningen zaten wij in de tram met Willem Kloos en echtgenoote. Een oprecht triest gezicht, zulk een letterkundig toekomstbeeld. Hij volkomen een lijk, met drankneus en melancholieke, stijve oogen, zij een opgeblazen, vooze pop, die hem aan den arm de tram uitzeult. Ik zou nooit meer iets tegen dit stel kunnen schrijven.

Ook R.v.L. ontmoet, die in de beste conditie was, en wild over Uren met Coster. Hij wordt volwassener en lijkt mij steeds veelbelovender. Momenteel zwelgt hij in Gide.

Gisteren zijn Bouws en ik bij Zijlstra geweest, die krachtige propaganda gaat maken. Als het abonné-aantal eenigszins meeloopt, geeft hij een vel erbij. Al ontgaat hem misschien de kern van de zaak, pleizier heeft hij er in ieder geval in en krenterig is hij niet. Weet je, dat hij een bundel van Vestdijk heeft aangenomen?

Als ik mijn pen terugheb meer. Dit tikken is niet je ware.

Hartelijke groeten voor jullie beiden, ook van Tr.

je

Menno

Hierbij nog een vers van Rudi. Wat vind je ervan? Stuur het ev. door aan Maurice.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie