245. E. du Perron aan M. ter Braak
Bellevue, Zondag [23 October 1932]

Beste Menno, Door de haast waarmee de proeven gisteren nog teruggingen, heb ik het slotstuk van Coster niet zoo goed gekregen als ik het gewild had - al geloof ik wel dat het nu veel

[p. 335]

beter is. Zou je er in de revisie, die ik voor de haast naar jou gedirigeerd heb, willen veranderen (allemaal aan het slot - het citaat is maar zoozoo):

1. ik heb het gemis bewezen van zulk een ‘kern’, en de banaliteit van een ‘levensopvatting’, of beter een ‘boodschap’ enz. - in dezen zin het woord ‘levensopvatting’ veranderen in ‘wereldbeschouwing’ (ook tusschen aanhalingsteekens).

2. En iets verderop: inplaats van de ‘verbijsterende hansworst’ Querido, bv. de ‘verbijsterende prulschrijver’ (-scribent?).

Het woord hansworst lijkt mij nu eens te boos; het moet ‘constateerender’ zijn. - Heb je de passage over Theun nu geschrapt gelaten of hersteld? Krijg ik daar ook nog een proef van? - Ik las dat Scholte door de acteurs ook met slaag bedreigd werd; zijn antwoord daarop is zéér goed. - De voetnoot voor ingeval je Schetsboek vervallen laat, schreef ik; maar maak er liever geen gebruik van! Nu, dank, en tot ziens.

Je E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie