Menno ter Braak
aan
H.A. Gomperts

Den Haag, 13 januari 1939

Den Haag, 13 Jan.

 

B.G.

Aangezien je met zooveel interesse geluisterd hebt naar mijn biecht over de Haagsche Post, wil ik je even laten weten, dat ik vandaag definitief van het aanbod heb afgezien. De directie wilde geen enkele verandering boven het tegenwoordige niveau in overweging nemen, en met de tegenwoordige methode bv. van boeken ‘bespreken’ doorgaan heeft voor mij geen zin, het blijft dus voorshands bij het oude, waarmee ik vrede heb, afgezien van de fascisten aan Buitenland, die ik graag adieu had gezegd.

Mijn woedend protest tegen W.V. kreeg ik vandaag met een schrijven van mgr. Bomans terug; overigens nogal een aardig briefje, waarop ik direct geantwoord heb. Bij herlezing vond ik mijn stuk ook erg beroerd uitgevallen, en in zooverre heb ik er niets op tegen, dat, blijkens een brief van Van Krimpen, ‘politieke overwegingen’ (ook hier al?) de plaatsing onwenschelijk maakten; de impuls, die mij naar de pen deed grijpen, betreur ik alleen in het geheel niet, ik had (als ik het had willen doen) slechts wat langer moeten wachten, tot de ‘kreet’ ook een snijdende ‘critiek’ was geworden.

Maar vanwaar die politieke voorzichtigheid in de P.C.-redactie? Misschien had ik met het artikeltje geen eer ingelegd, maar de redactie had toch niet de verplichting zich met de strekking te identificeeren?

Kom spoedig weer eens aan. Ik ontmoette onlangs ook Vasalis, die werkelijk allergeschikst is en zonder eenige litteraire humbug.

hart.gr. ook van Ant

je

Menno ter Braak

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie