Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Zutphen], [na 1 februari 1932]

Beste Menno

Bedankt voor je brief. 'k Hoop, dat je meer van die successen mag boeken. Misschien is het goed, als je me altijd voor zo'n speech een briefje schrijft, ik heb daar niets geen bezwaar tegen. Ik wou je wel graag eens hooren; wat voor onderwerp had je in Dordrecht?

Ik ben benieuwd naar de vorderingen van Dr. Dumay. 13 Febr. wordt me dat zeker onthuld. Ik doe nl. niets liever dan het weekend voor je vrij houden, behalve dan Zaterdagavond van 7-10, welke ik aan Hendrik de Man wil wijden. Ik weet nl. van Hendrik de Man niet veel af en dus ook niet, of hij niet iets voor mij belangrijks over dit onderwerp heeft te zeggen. Dat hij zich met een pijp in de mond laat fotografeeren levert voor mij geen bezwaren op. Zelfs 10 pijpen zouden me niet afgeschrikt hebben. Misschien ben ik over een jaar op jou standpunt, misschien wel ‘het’ standpunt in dezen aangekomen. Maar ik kan toch moeilijk beginnen met ineens maar op dat standpunt te gaan staan.

Ik ben zeer benieuwd, wat je over ‘het’ standpunt zal debiteeren.

Wat de films betreft, die wil ik heel graag zien, maar beide kan toch wel, èn de films èn de Man. Ik ben altijd hebberig van nature, zooals je ziet.

Je kunt ook zoo doen: me Zaterdag laten schieten en Zondag voor de film in Amsterdam komen. Als je dit wenscht kan ik zelfs blijven hangen tot Maandagavond, indien je tenminste niet de geheele Maandag op school moet zijn. Dan solliciteer ik voor de Maandagmorgen naar de luie stoel op de Beukelsdijk.

Je schrijft dus wel even wat je van plan bent te doen. Het is dus niet, dat ik de Man belangrijker vind dan Menno ter Braak; als ik alleen Zaterdag in A'dam zou zijn, liet ik hem in elk geval schieten, maar 't lijkt me nu voor jou zelfs wel rustig me eens een paar uur kwijt te zijn. Je ziet dus maar.

't Menschdom laat me vandaag maar steeds niet met rust. 'k Ben nu al drie keer naar beneden gehobbeld.

Wat de baby Donner betreft. Wat een mensch al geen zorg kan baren. Over amusante bijzonderheden heb ik maar direct de beschikking. Een kind van 1½ praat nog niet, d.w.z. alleen voor Max Donner en vrouw verstaanbaar. Dat is dus rustig. Het loopt wel, gewoonlijk. Ik herinner me dat Mineke nooit alleen durfde te loopen, alleen aan je hand. Liet je haar los, dan ging ze plof zitten en kroop verder. Ze probeeren het meest in hun eentje, neem je te veel notitie dan durven ze niet meer en gaan zitten, òf worden overmoedig en derailleeren. Alleen ‘model kinderen’ houdt je nog in een box. Je kunt dus met het kind Donner doen wat je wilt. Gemakkelijk lijkt me dat. Moet je meer bijzonderheden weten, dan zal ik m'n voelhorens eens dienen uit te strekken. Maar erge, voor moederlezers, aanstootelijke fouten, kan je nu niet meer maken!

Nu Forum, ‘het tijdschrift, dat van A-Z wordt gelezen’. Met het ‘demasqué’ heb ik Maandagavond geworsteld. 'k Had de tijd, Vader was voor de vrede naar Bussum.

'k Kon niet opschieten met de tweede helft en heb me dus eerst eens goed met het eerste gedeelte uiteen moeten zetten. 'k Ben op zoek gegaan naar de schoonheid en heb haar om 1 uur gedémasqueerd, tenminste ik verbeeld me dat.

'k Heb met de ‘aestheten’ gestreden en heb bemerkt dat ik eigenlijk altijd met iets in hen heb gestreden, al heb ik het woord ‘aestheet’ nog nooit in de mond gehad. Ik bedoel zoo: ik heb altijd een intuïtief verzet gevoeld tegen een bepaalde manier van opvatting van kunst b.v. een opvatting die 'k nu misschien aesthetisch zou kunnen noemen. Naast alles, wat ik erin gewaardeerd heb, had ik bij het lezen of luisteren achteraf altijd het gevoel van een zekere ‘minachting’ voor iets in hun redeneeren, en heb vaak tegen me zelf gezegd, en toch weten jullie van echte schoonheid eigenlijk niets af. Ik vond het altijd erg pedant van mezelf en heb steeds gepoogd het te onderdrukken.

Ik herinner me, dat ik na de tentoonstelling van Rodin in A'dam gezien te hebben met iemand reisde, die ‘verstand van kunst had’. We praten over Rodin en ik dacht, ook al weer zoo een, die praat over de ‘Schoonheid’ van een kunstwerk enz. en tot slot niet weet wat schoonheid is, wat het voor een mensch beteekent.

Er verder over doorpeinzende, kwam ik tot deze conclusie dat kunstwerken zien, kunst waardeeren en begrijpen, zelfs met in begrip van uitleggingen door aestheten, dat dit allemaal niets anders dan winst kan beteekenen voor een mensch, maar dat deze winst nooit schoonheid insluit. Dat schoonheid dus nooit winst kan beteekenen.

Dit schoot mij gisteravond na het démasqué opeens te binnen. 'k Heb het nooit verder voor mezelf uitgewerkt, en er nooit met iemand over gepraat. Dat is een fout van me met alles, maar voor mezelf heb ik er dan niets geen behoefte meer aan.

Hierna vlotte het ‘démasqué’ in Forum II goed. Greshoff vond ik wel geestig om te lezen, maar 't zegt me verder niet veel.

Wat ik van Slauerhoff vind weet ik eigenlijk niet. 'k Vind het vervelend het zoo in brokstukken te moeten lezen. Verder heb ik het werkelijk van A-Z gelezen. Mevr. Faber trof me niet als een attentie. 'k Wil toch eens iets van du Perron lezen. Is z'n kasteel al verkocht. Geestig vond ik dat.

Sientje is m'n deur aan 't soppen en zingt daarbij. ‘Waarom zijn de bananen krom?’ 'k Weet het ook niet, jij?

Ik herinner me, dat ik me vroeger vaak aan ‘tante Betjes’ bezondigde. Wat het precies is, weet ik niet meer. 'k Was altijd helsch, weet 'k wel, als ik het deed. Nu kan 't me niet erg veel meer schelen. Er zullen uit mijn door jou zoo geprezen intelligentie nog wel eens meer stommiteiten voortspruiten en grootere. Maar ik heb ook nooit beweerd zooveel intelligentie te bezitten! Maar teleurstellingen zijn goed voor een mensch!

'k Heb nog wel meer stof, maar deze moet weg. 'k Ben nl. naar een lezing geweest van prof. Schermerhorn over ‘Geloof en maatschappij’. 'k Zal je er de volgende keer over schrijven.

Dag!

Hart. gr.

Ant

 

Zoostraks kwam je brief, waarmee ik zeer verrast was. Ik wil er alleen dit op antwoorden, dat ik je in geenen deele ‘onmogelijk’ vind. Na m’n brief, kun je op het verdere zelf een antwoord geven.

Ik verheug me ook op 13 Febr.

Ik stuur deze maar express.

Dag hoor!

Ant

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie