Menno ter Braak
aan
Victor Varangot

Rotterdam, 7 juli 1933

R'dam 7 Juli '33

 

Amice,

Hierbij, zij het niet bepaald ‘par retour du curier’, maar toch wat vlugger dan de vorige maal, je copie terug, die ik met belangstelling heb gelezen. Het dilemma, dat je in je brief aanvoert, is mij zelf maar al te bekend; het lijkt me, na lezing van deze toezendingsschrijfsets, dat je er midden in zit, in het conflict tusschen verstand en ‘poëzie’ bedoel ik. Greshoff schreef mij, of het stuk over de ironie in het laatste ‘Forum’ een oud stuk van mijzelf was, dat ik onder pseudoniem geplaatst had. Natuurlijk was het de hypothese de moeder van de gedachte; maar zoo'n opinie bewijst toch, dat er iets in je stijl herinnert aan mijn vroegere stijl (wat ik zelf bij herlezing van je essay ook weer zeer sterk voelde; maar ik zelf zou me hier al te gemakkelijk kunnen vergissen). Ik kan me levendig voorstellen, dat je misschien poëzie en mathematica inhangt; alleen daarvan al zou ik je graag eens persoonlijk spreken. Misschien is er eens een gelegenheid. Overigens bleef je essay in ‘Forum’ mij wel voldoen, afgezien van de schoolmeesterachtigheden er in ([x] sagen’ ... etc). Het heeft het voordeel nuchter en helder te zijn, en dat is heel wat.

Ook in deze nieuwe dingen kan ik veel apprecieeren; maar ze zijn toch heel duidelijk gespleten door je dilemma. In je proza komt gauw iets banaals, in je essay iets betoverigs. Misschien kan ik je aanraden van Nietzsche b.v. ‘Die Fröhliche Wissenschaft’, ‘Jenseits von Gut und Böse’ e.a. (maar vooral die!) te lezen? Ik zet hier een vraagteken, omdat men niemand lectuur kan aanraden zonder hem van dichtbij te hebben gezien, en dan nog .... Bij Nietzsche is het dilemma opgelost, voor mijn gevoel zoo superieur als nergens anders. Poëzie en mathematica vieren hier bruiloft.

In ‘De Rom. der kantoorbediende’ en het stuk over de onderbroken tentoonstelling en concert is het idee goed, maar in de uitwerking sluipt weer iets banaals, iets van ‘Anti’ en de ‘Favoriet’. In ‘Stabilisatie’ is het idee ook goed, maar er wordt weer in geschoolmeesterd (herhalingen!!). Je verzen kan ik absoluut niet slikken; ze zijn of gewild of banaal en de ‘poëzie pure’ haal ik er ook niet uit. Het schijnt me toe, dat je dit dichten met succes zou kunnen nalaten.

Als je soms eens in Rotterdam komt, moet je niet verzuimen mij op te zoeken. (In Augustus, zal ik er wel niet veel zijn.) Dit is geen phrase, maar een serieuze invitatie.

V.gr.

 

Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie