Menno ter Braak
aan
H.E.G. ter Braak en G.A. ter Braak-Huizinga (Eibergen)

Berlijn, 19 januari 1927

Berlijn, 19-I 1927

 

Beste vader en moeder

Vanavond kan ik wel een oogenblik tijd vinden een en ander van mijn eerste bevindingen te schrijven. Het is weliswaar nog niet veel, maar toch ben ik al weer duitsch angehaucht. Vandaag schreef ik een eerste artikel voor de ‘Groene’, dat ik over een week waarschijnlijk wel in druk zal zien. Ik heb dit gewijd aan twee berlijnsche danseressen, Anna Pavlova en Valeska Gert, tevens met een soort voorbarige inleiding over Berlijn en Parijs. Gisterenavond zag ik Pavlova, van het keizerlijk russisch ballet, Zondagmiddag Valeska Gert, meer beschouwingen daarover kunt U dus wel in de ‘Groene’ vinden, als ze tenminste geen aanleiding vinden het stuk te weigeren. (Het kan b.v. te zwaar zijn, waar angstig voor gewaakt wordt!) Morgen hoop ik ‘Metropolis’ te gaan zien, de nieuwe groote U.F.A. film, waarover ik voor I10 wil schrijven. Is dit nieuwe blad misschien voor mij naar Eibergen gezonden? Ik heb het nog steeds niet ontvangen! Wel kreeg ik de ‘Groene’, die mij hier gratis gewordt. -

Aan mijn eigenlijke roeping ben ik vandaag begonnen, n.l. de bibliotheek, waar ik door een nicht van Frau G., die daar in de incunabelenafdeeling werkzaam is, werd geïntroduceerd. Het is een enorm, prachtig ingericht gebouw; ik heb zooiets nog niet gezien op dit gebied. Morgen zal ik trachten er een dag totaal door te brengen. Ik heb ook een goed en gezellig restaurant ‘Unter den Linden’ ontdekt, waar ik 's middags warm kan lunchen. - Verdere connecties van Müller Lehning heb ik hier nog niet gesproken; één schreef ik gisteren een briefje, maar ik kreeg nog geen antwoord. Overigens gaat het met mijn duitsch vlot, al vertrouw ik niet op de talrijke verzekeringen, dat ik als een duitscher spreek.

Mijn kamer is hier uitstekend; een bureau ministre, zooals ik zelf nog niet bezeten heb, het huis is hier in die vijf jaar weinig verouderd. Men is echter meestal in het ‘Konfitürengeschäft’, waar ik ook tweemaal 's middags ter kennismaking gegeten heb. Het is een winkel ‘voor fijne chocoladewerken’, klein en, ik geloof, goed beklant. Merkwaardig overigens deze menschen hier te zien verkoopen; het gaat hun, moet ik zeggen, goed af; vooral Hilde schijnt groote gaven op dit gebied te bezitten, Gerda is beter voor de huishouding; ik moet zeggen, dat de kinderen hier op die leeftijd door het groote-stadsleven bliksemsch fit worden. Daar kon ik, toen ik zoo oud was, niet aan ruiken.

Daarjuist, teruggekeerd van de bibliotheek, heb ik me een oogenblik in een soort alhier gehouden damesvisite begeven en hoopen koffie en kuchen verorberd. Gelegenheid voor psychologische studiën te over! Mooie typen, die duitsche vrouwen, net iets voor Weininger. - Zondag ben ik ‘meegevraagd’ op een partij, als ik het wel heb van familieleden; ik heb het maar geaccepteerd; er zal ook gedanst worden, dus dat is wel iets voor mij misschien.

Ik heb me op het Berliner Tageblatt geabonneerd en op de ‘Telegraaf’; het eerste kwam vandaag, de tweede laat nog op zich wachten. Zoo kan ik geinformeerd blijven.

Graag wil ik geregeld iets hooren, ben zelf ook bereid, indien eenigzins mogelijk, geregeld op Woensdag te schrijven. Als er iets ingrijpends voorvalt, schrijf ik natuurlijk wel een kaart er tusschen door.

Mijn hart. gr.

Menno

 

Ook de familie hier laat groeten. Gerda is nog steeds aanhankelijk, maar begint tusschen kind en dame te neigen, bijna meer nog dan Hilde.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie