Menno ter Braak
aan
H.E.G. ter Braak en G.A. ter Braak-Huizinga (Eibergen)

Berlijn, 7 maart 1927

Berlijn, 7 III 1927

 

Beste vader en moeder

Deze week stond hier in het teeken van ziekte, hetgeen in deze omstandigheden altijd een bedenkelijk feit is; zoodra er een schakel ontbreekt, loopt de zaak niet meer. Ten eerste is de schoonmaakvrouw, thans definitief, van het tooneel verdwenen; zij wordt dezer dagen geopereerd en ik zal haar dus wel niet meer terugzien. Daarbij werd Donderdag Hilde nog ziek, had dagenlang hooge koorts, zoodat er een dokter bijgehaald moest worden; griep. Zij ligt ook nu nog in bed en kan dus niet in het Geschäft helpen. De heele huishouding staat dus op eenigszins wankele basis, zoodat er nog maar één zieke bij behoeft te komen om alles in het honderd te laten loopen; ik maak me daarover echter maar geen voortijdige zorgen. Gerdel is de mobiele verbinding tusschen de verschillende stations Admiralstr., Alexandrinenstr. en Unter den Linden.

Ik zal voorloopig als datum van terugkeer maar blijven vasthouden aan Maandag 4 April; dat schijnt me in alle opzichten de meest geschikte dag. Ik reis dan per F-zug en ben dan 7.37 in Oldenzaal. Kan ik dan nog per locaal verder of moet er een andere voorziening getroffen worden? Deze trein is unbedingt de beste, omdat ik anders zoo vroeg weg moet en bovendien veel langer over de reis doe; ik vertrek nu pas 12.24 uit Berlijn. Schrijf dus nog eens voor dien tijd, hoe ik dan nog thuis kan komen. Voor mijn terugkeer hoop ik nog een uitstapje van twee dagen naar Dessau te maken, waar de I10 man Moholy Nagy woont. Ik liep hem door het niet-aankomen van de briefkaart j.l. Vrijdag mis, zoodat hij me nu uitgenoodigd heeft bij hem te komen; en waarschijnlijk doe ik dat ook; hij is getrouwd en ik kan dan bij hem een nacht logeeren. - Met dat al is deze pap nu weer binnenkort op en benauwt me al het gevoel, dat ik toch met mijn werk aan de bibliotheek niet klaar kom - maar aangezien zooiets zich altijd oneindig verlengt, zal ik me daarbij toch tenslotte neer dienen te leggen.

Het ‘Bockbierfest’, dat ik Donderdag heb meegemaakt, was zeer de moeite waard, niet alleen om het goede bier, maar ook om de typisch-duitsche manier van openbaar feestvieren. Alles nogal burgerlijke romantiek; een enorme zaal geheel met Alpen gedecoreerd; zelfs de gevaarlijke hellingen, de gletschers en de rutschbaan ontbraken niet. Trouwens, in dergelijke Alpenbälle, waar ieder in strikt Tyroler costuum moet verschijnen (dat was hier niet, gelukkig), zijn de Berlijners toch sterk; het bevredigt blijkbaar hun sentimentaliteit. Ook een Bockbierfest is half barbaarsch, half sentimenteel; en voor buitenstaanders bijna altijd eenigszins belachelijk. Misschien is de hollandsche natie te stijf voor dit amusement; want het gaat alles erg kinderlijk toe.

Zaterdagavond was ik bij de privaatdocent op bezoek, zeer naar mijn genoegen, al verschilden wij aanmerkelijk in opvatting over de roeping van kunst en wetenschap. Dat is echter nog geen beletsel om genoeglijk te praten. Hij wist zeer interessante dingen uit Engeland te vertellen, waar hij juist twee maanden gewerkt had.

Verder heb ik me deze week vrijwel alleen met werk bezig gehouden. Zag alleen nog een mooie russische film ‘Iwan der Schreckliche’. Mijn bewondering voor de Russen stijgt steeds meer, voorzoover ze zich van de film bedienen. Trouwens, hun politiek in China is ook de moeite waard.

De fam. Kuttner zwijgt gelukkig nog steeds, overigens zeer tot mijn verbazing, in aanmerking genomen hun pathologische beleefheidsdriften.

Van Wim en Jan hoor ik in den laatsten tijd ook niets meer; waarschijnlijk het beste teeken, dat het hun goed gaat.

Tot de volgende week.

Hart. gegroet

Menno

 

Ook uit Tiel hoorde ik deze week een en ander, zoowel van tante Liesje als van oom Wim.

Het eerste deel van ‘Ondergang’ staat deze maand in de ‘Stem’, het verschijnt blijkbaar in drie deelen. Overdrukken heb ik nog niet ontvangen, alleen een bewijsnummer.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie