Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Rotterdam, 25 maart 1933

R'dam, 25 Maart '33

Beste Eddy

Hierbij de alleraardigste correspondentie van jou en kameraad Last terug (hij is inmiddels door de politie in hechtenis genomen bij relletje bij de film Morgenrot, waarschijnlijk dadelijk weer vrijgelaten. Ook dr. J.F. Otten is, omdat ‘op hem een fluitje bevonden werd’, bij de vertooning van diezelfde film te Rotterdam uit de zaal verwijderd. Het wordt hier langzamerhand ook al duitsch!). De brief over den ‘boucher’ moet ik nog zoeken. Ik was twee dagen thuis (niet naar school), volkomen beroerd en overwerkt. Vandaag begon ik maar weer. Ik kan niet schrijven in mijn vrijen tijd, en de gedachten belegeren me. Vooral na de Hitler-revolutie in Duitschland moet mijn laatste hoofdstuk Eindelijk Politiek! goed worden. Maar ik moet het over Stamtijden en Potgieter hebben.

Inmiddels een vervelende geschiedenis met Maurice, waarvan hier bijgaande de documenten. Je moet nu toch over deze panoptica van Greshoff stemgeven! Maurice heeft Bouws een (ook ingesloten) brief geschreven, die ik vrij detestabel vind. Het is te duidelijk m.i., dat hij zijn rancune over de vd. Woestijne-historie op deze manier moet afreageeren; want waarom blaast hij anders die zaak zoo op, terwijl hij vlak bij Jan in de buurt woont? Ik heb hem dit ook geschreven, nogal nijdig. Zijn toon vooral ergert me nog meer dan vroeger; die ‘bezonnenheid’ van den vlaamschen Zwijger! Ook al vind ik de stukjes van Jan maar zoozoo: bij die geposeerde letterkundigheid zijn ze altijd frisch en springlevend! Schrijf mij omgaand, wat je er van denkt. Ik heb Maurice bericht, dat hij volgens mij verplicht was die zaak mondeling uit de weg te gaan ruimen en ons niet met een ‘crisis’ op te schepen, zoolang het onnoodig is.

Het Aprilnummer heeft weer een massa moeite gegeven, omdat die Gans zoo lang is! (14 pag.! Ik had om 6 of 7 gevraagd, maar die communisten schijnen langer noodig te hebben om te beweren, dat ze heiligen zijn.) Vestdijk moest weer overliggen met zijn 21 pag! Maria Lecina staat er nu eindelijk in. Het lijkt nu wel een geslaagd nummer.

Dinsdag nog een heel geslaagde opvoering van Ubu gezien in Utrecht, van studenten. Bij Marsman gegeten, met Ant; v. Wessem was er ook. Marsman in den beginne erg bleek en down. Hij ‘vreet zich op’, geloof ik, ziet zelf te goed zijn zwakheden, maar kan ze toch niet loslaten. Ik mag hem steeds meer. Maar ja, dat fragment moet toch maar terug! Het is inderdaad slecht. Zijn stukje over v. Duinkerken vond ik daarentegen wel aardig, al zou ik over iemand, die Willem de Zwijger met generaal Snijders samen herdenkt, wel wat anders weten te vertellen!

Ik wil een artikel over Mein Kampf schrijven, in de meest ironische termen, die ik bedenken kan. Maar ook dat belet mij wellicht de afschuwelijke malaise van de schoolmeesterij.

Schrijf maar eens gauw terug. Hart. gr. voor jullie beiden en een hand van je

Menno.

Er is een gek essay van Elsschot binnengeloopen. Ik ben er zeer voor, hoewel het begin wat onhandig is. Het is volkomen anders dan onze schrijfmanieren.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie