Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Rotterdam, 26 oktober 1933

R'dam, 26 Oct. '33

Beste Eddy

Het spijt me, dat ik je al weer met die verschrikkelijke holl. litteratuur moet lastig vallen, maar in deze week moet er nu eenmaal beslist worden hoe of wat. Voordat ik n.l. nog nader met Zijlstra heb kunnen spreken, heeft Vic, nadat ik het idee van Engelman geketst had, een nieuw plan opgeworpen. Hij wil nu, met die redactie, van vijf, De Vrije Bladen uitgegeven hebben door Nijgh en De Spieghel gecombineerd, om op die manier het risico over twee zaken te verdeelen; Engelman vervalt dan als dictator, het oorspronkelijke plan wordt geheel uitgevoerd, d.w.z. er komen 5 redacteuren, stemgerechtigd, en maandelijksche redactievergadering. Vic heeft tegenover Zijlstra (en ik denk, met succes) betoogd, dat een concentratie van krachten de eenige levenskans heeft in deze tijd; en ik kan daartegen niet veel inbrengen. Afgezien nog van het feit, dat de verantwoordelijkheid voor een gehalveerd Forum van me afvalt. Ik heb voorloopig dan ook maar gezegd, dat ik wel mee wil doen. Wij, als Forum, moeten dan maar eervol dood. Ik besef trouwens, dat ik, zonder Zijlstra tot een tegen zijn belang gerichte handelwijze te drijven, mijn plan, dat ik je gisteren schreef, niet verdedigen kan.

Mijn gedachten zijn bij alles anders dan tijdschriften. Ik verdiep me in het Mémorial de S. Hélene, dat me steeds meer pakt. En onderwijl ga ik je Cahiers overlezen.

hart. gr., ook van Ant voor jullie beiden

je

Menno

Nil novi de patria

Kreeg je proeven?

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie