Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 27 februari 1934

den Haag, 27 Febr. '34

Beste Eddy

Je moet me ten goede houden, dat ik weinig schrijf op dit oogenblik. Ik heb het weer eens knapjes druk gehad met een en ander en mis (door den aard van mijn tegenwoordig bedrijf) dan alle energie om te schrijven. De Zondagspreeken keeren altijd veel te gauw weer terug en er is niets onverbiddelijkers dan zoo'n stuk, dat op een bepaald moment binnen moet zijn. Gelukkig is er vanavond geen comedie (ik had ook al weer eenig verschil van meening met onzen geliefden ‘Cor’) en dus beweeg ik mijn rechterhand maar weer. Verwacht dus geen boeiende brief, maar alleen een kort symbool van vriendschap. Als ik (binnenkort, hoop ik) aan mijn nieuwe boek begin, schuif ik wat werk af; voor dien tijd moet ik het crediet van een ‘goeden indruk’ krijgen.

Ik weet, dat ik je vragen en je begrijpelijke interesse in wat er hier gebeurt, weinig nauwkeurig bevredig. Dat hangt ook al met het bovenstaande samen. Maar nu eerst dan over het plan-Querido. Het lijkt me, hoezeer ik in principe ook voor zoo'n blad zou voelen, in practijk onuitvoerbaar - voorloopig. De ‘nood’ is nog niet hoog genoeg gestegen om het algemeen belang van een dergelijk orgaan tot de menschen door te laten dringen. Dat is één. Dan: niemand kan, alweer in practijk, de leiding op zich nemen, en van leiding (geen ‘Führertum’) zou het blad het moeten hebben. Noch Kramers, noch ik (gesteld al, als Kramers zou willen) zouden tijd vrij kunnen maken voor de ‘zaken’, die aan dergelijke dingen absoluut vastzitten. Dan: van wie zouden wij het moeten hebben? Zoodra wij dit blad leiden, hebben wij dadelijk de Coolens c.s. tegen ons; ik stuurde je expres die kroniek, om je te laten zien, dat er niet veel noodig is om die lieden tot nazi's te promoveeren. Het is beroerd, maar waar: strijd voor het individualisme laat zich alleen individueel en door het gebruik maken van toevallige ‘posten’ voeren, tenminste hier in Holland. Daarom ook vond ik het jammer, dat jullie die ‘posten’ in den steek zoudt laten, waar wat te bereiken is, zoolang het gaat (zelfs de onpolitieke stukken van Bep hebben de grootste waarde, alleen door een bepaalde toon!!). Het weggaan uit De Gids kan ik me desnoods voorstellen (een adjudant van Anton v.D. is niet leuk), maar de scheiding van Kramers en jou blijf ik ronduit absurd vinden, in dezen tijd zeker. Gun dien Theun toch ook zijn bête ‘vrije woord’! En je begrijpt toch zeker ook, dat Kramers als redacteur van D.G.W. niet in de copie zwemt en het niet alleen voor ons kan opnemen. Deze ‘defense of Kramers’ zou mij voor een half jaar nog slecht zijn afgegaan, maar nu voel ik dezen man als een medestander tegen gemeenschappelijke vijanden; op dat punt is hij consequent en hij laat geen gelegenheid voorbijgaan zijn meening te zeggen. - Ik deel dus, zooals je ziet, je scepticisme over het blad. Het is onmogelijk, geloof ik, voordat we er bij een goede gelegenheid eens uitgesmeten worden; dat verzoent pas; of als Het Vad. mij niet meer wil en Forum voorzichtig moet worden, want dan zou ik mijn tijd vrij hebben. Je opmerkingen over Forum en de politiek zijn natuurlijk volkomen juist; alleen: ik riskeer het. Iedere maand giet ik er, zoo noodig, wat van deze ‘afweerpolitiek’ in, die, met beleid, mogelijk moet zijn, omdat ze geen partijpolitiek is. Totnogtoe is Zijlstra zeer antifascistisch en hij heeft ook boe noch ba over mijn artikel Das Unbewusste Europa gezegd. Misschien ziet ook hij wel eenigszins in, dat het politieklooze momenteel factisch onmogelijk is. In ieder geval zou Zijlstra's ‘inmenging’ (= verbod) voor mij absoluut de kabinetsquaestie beteekenen. Je kunt dus ook gerust over Mussolini schrijven wat je wilt, als je de bepaalde dingen, waaraan een contract perse moet haken, er buiten houdt; maar dat doe je vanzelf, omdat het gewoonlijk de dingen zijn, die ons koud laten. Dus: zoolang Forum een vrije tribune blijft, lijkt het me het beste, het feit te exploiteeren.

Ik heb gisteren Jef Last in de culclub (die me als milieu erg meeviel; er zijn zeer geschikte menschen onder) hooren spreken over ‘revolutionnaire poëzie’. Bij zoo'n gelegenheid blijkt het communisme à la Stalin toch ook al weer niet zooveel anders dan arbeidersfascisme! Ik heb uitvoerig gedebatteerd, niet zonder succes geloof ik, maar Last is een gevat debater. Als die man zich niet in zijn hoofd had gezet, dat een arbeider een bron van primitieve oerkracht vertegenwoordigde in tegenstelling tot de bourgeoisie, zou hij bepaald niet ongeschikt zijn. Hij heeft trouwens voor jou zeer kennelijk een ‘stille eerbied’.

De Activités heb ik ook al door volslagen tijdsgebrek nog vrijwel niet anders dan oppervlakkig kunnen inspecteeren. Het lijkt me zeer goed, dat je in dat blad over Liepmann schrijft, of in Europe; waar het beste, kun jij beter beoordeelen. Ik denk alleen niet, dat je een letterlijk verslag van de zitting kunt krijgen, maar ik zal Pauwels er om vragen. Zulke verslagen zullen wel voor de rechters privé blijven. In al dergelijke zaken spreekt de publieke opinie nu eenmaal sterk mee. De heer Goering heeft toch maar moeten toelaten, dat Dimitroff naar Rusland ‘abgeführt’ werd! Ik hoop, dat vandaar uit een frisch feuilleton over den Rijksdagbrand de aether in zal gaan. - Zelf heb ik over de Liepmann-zaak, behalve in het algemeene hoofdartikel nog een kantteekening over Brandenburg geschreven, die ik niet meer in proef heb. Het program van Mussert en de proef van het hoofdartikel stuur ik als drukwerk met dezelfde post, Mussert retour! (na lezing, waarvoor tijd).

Bij voorbaat dank voor het Chamfortje! Het is er nog niet! - Ik moet onderwijl ook nog den Politicus corrigeeren. Zelfs het verhaal van Henny heb ik nog niet kunnen lezen. Dat, hoop ik, vanavond nog.

Ik kan geen letter meer schrijven, maar het voornaamste heb ik zeker beantwoord. Dat stuk, dat ik nog voor de Sammlung moet schrijven, wacht ook nog.

Tot nader dus, en tot beter dan, hoop ik. Hart. gegroet van ons beiden voor jullie beiden

je

Menno

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie