Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Eibergen, 27 december 1933

Eibergen, 27 Dec. '33

 

Beste Jan

Gelukkig, dat de epistolaire misverstanden weer opgeheven zijn! Ik had het met die verhuizing zoo druk en was er zoo door gepreoccupeerd, dat ik tot geen antwoorden kwam en Eddy om een voorloopige mededeeling aan jou vroeg. Nu ben ik er voor een paar dagen tusschen uit getrokken om even op adem te komen en ben Vrijdag (nu voorgoed dus) Pomonaplein 22, Haag.

Ik heb geen moment gedacht, dat je ‘zenuwziek’ of ‘halfgaar’ was, de Heer beware me voor zulke nonsens! Maar je brief had heusch den toon van het verwijt, o.a. door een soort (door mij dan natuurlijk verkeerd begrepen) ‘dreigen met represailles’ (geen copij meer aan ‘Forum’ overdoen jouwerzijds). Maar laten we deze zaak nu gauw begraven; ik hoop voor jou, dat je Elsschot nog kunt visschen voor Gr. Ned. Overigens verdenk ik je ook heusch niet van tijdschriftambitie à la Coster.

Komt mijn ‘Nietzsche c. Freud’ in Jan.? En houd vooral Kutter in gedachtenis!

Eddy gesproken. Naar omstandigheden was hij goed. Vrijdag gaat hij met mij naar... van der Lugt c.s.

Truida is vandaag weer afgereisd, Ant is momenteel in Zutfen. Ik groet je dus solo, maar niet minder hartelijk! Ook Aty

Geheel

je Menno

 

Vestdijk is ook weer boven water, heeft een essay over Joyce geschreven. Zeer benieuwd.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie