Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 18 april 1934

den Haag, 18 April '34

 

B.J.

Hartelijk dank voor je fragment voor ‘Forum’! Ik heb het dadelijk gelezen en zeer goed bevonden. De toon is je eigen toon (vreemd, het lijkt mij soms een ‘persoonlijk’-geworden v. Schendel!) en de wijze van vertellen is uitstekend. Natuurlijk is dit een inleiding; als je deze toon kunt handhaven, wordt het zeker een goed boek. Natuurlijk ben ik voor, wat Forum betreft. Morgen leest Vestdijk het stuk hier. Ik twijfel niet, wat de snelheid van plaatsing betreft: er is nu ineens weer een vloed van copij, na tijdelijke stremming. Maar ik hoop het fragment de volgende maand al te kunnen laten zetten.

Ik heb Truida schandelijk verwaarloosd. Maar zeg haar, dat ik Zondag niet uit kon en met oorpijn te bed lag, terwijl Ant dienzelfden avond uit Zutfen ziek thuis kwam. Den volgenden dag hokten wij thuis, zielig. Vandaag ben ik weer beroerd, verstopt, te vroeg uitgegaan zeker en nog wel voor dien hemeltergenden semiet Veterman, die ons lesjes in heldendom wil geven, godbetert. Zelfbeklag is prettig, maar ik wou graag ‘onthouden’ zijn.

Copie van Varangot, Uw secretaris, ook ontvangen. Ik zal die morgen lezen en schrijf hem er spoedig over.

Zie ik je dus Zondag? Wij zijn thuis.

veel hart. gr. v.h.t.h.

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie