Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 15 december 1935

den Haag, 15 Dec. '35

 

Beste Jan

Hierbij het schrijfje retour. Het lijkt me allerminst overbodig, dat je het in Groot-Nederland afdrukt! Dat is voor het gegeven geval zelfs beter dan in de krant, komt me voor.

Ant heeft een paar dagen in bed gelegen, maar is herstellende. Ik zat deze week zes avonden in het theater! Hoe relatief wordt dan de waarde van de tooneelkunst!

Vervelend, dat Coenen zoo chicaneert. Maar het was te verwachten, en ik voorspel jullie meer fraais. Het is duidelijk: voor deze persoon is Gr. Ned. allang een middel tot het bedrijven van particuliere liefdadigheid geworden. En daarmee zal zich moeilijk verdragen het door jullie beoogde doel!

Ik zond mijn bijdrage nog niet in, omdat ik er nog wat in knoeien wilde, en Simon mij zei, dat er toch geen kans was voor Januari, nu die roman van Larie Cennaert is aangenomen.

Huizinga heeft zijn noot veranderd, en de commentaar daarop heeft mij al een vaderlijke vermaning van Schilt op den hals gehaald; want ik mag geen dienstweigering goed vinden, en landsverdediging is een hooge ethische plicht. Hij dacht er zelf nu niet precies zoo over, zei hij, maar het was het standpunt van de krant. Verder heeft Huizinga gisteren een kletspraatje (overigens heel aardig voorgedragen) over de pers afgestoken, waarin hij letterlijk tot geen conclusie kwam, zulks in presentie van twee ministers en de bolhuizen der journalistiek! In het debat was hij nog slechter.

Hart.gr. 2 × 2

je Menno

 

Zeg, ik vergat niet, maar liet na door de drukte aan Van Randwijk te schrijven. Wil hem nog even hartelijk gelukwenschen met den beganen stap! Dat hij zijde moge spinnen bij den echt!!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie