Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, [6 november 1936]

Vrijdag

 

Beste Jan

Wij zijn over. Zitten in hevige chaos, maar de verwarming is aan en de zaak lijkt best te zullen slagen. Maar daardoor kom ik deze week tot niets. Volgende week krijg je bespr. Brouwer voor Gr. Ned.

Slauerhoff-no. ontvangen. Hulde! Alleen jammer, dat je het groote gedicht uit De Gids niet erbij had, maar het is ook zoo een prachtig getuigenis.

Wat vond je van mijn stuk over v. Schendel? Ik was wederom in geestdrift, hoewel ik het argument ‘verveling’ tegenover ‘gelijken’ onder oogen wil zien... alleen niet tegenover Blijstra's! Laat ingesloten briefje eens aan v. Schendel lezen (hij is immers in Brussel?) en vraag hem, wie gelijk heeft omtrent zijn bedoelingen, deze de Bruin of ik. Ik zal het den man dan voor de aardigheid eens schrijven.

Veel hartelijks en, hopen wij,

spoedig tot ziens!

je M.

 

Nog geen letter van Eddy na Marseille!! Jij?

Je Gedichten ontvangen van Stols. Komt ook binnenkort. Ik juich deze editie hogelijk toe in de krant, daar kun je zeker van zijn.

 

Groet ook Merz! Ik ontving zijn letteren, maar heb geen tijd om te antwoorden.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie