Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 9 december 1937

Den Haag, 9 Dec. '37

 

Beste Jan

De zaak Varangot heeft weer een nieuw aspect. Nadat Ant aan Truida een fellen brief had geschreven, ontving zij daarop een volkomen ‘affectstijf’ (om met Wim te spreken) antwoord van... Victor. Iets heel zots, maar volkomen onbeantwoordbaars. Nu ontving ik echter gisteren een briefje van Truida, waarin zij een heel wat lager toon aanslaat en althans blijkt in te zien, dat zij zich in haar hysterische uitbarsting tegenover mij vergist heeft. Ik heb haar nu dit geantwoord: stuur mij een zakelijke opsomming van de wandaden, waaraan de heer Greshoff zich heeft ‘schuldig gemaakt’ (1o, 2o), maar typ die in duplo, en zend het andere exemplaar naar Greshoff zelf, anders wil ik er niet van weten; of spaar mij anders ieder verder woord over dit geval. Ik weet nog steeds geen enkel feit, waarvan het gezin jou zelfs maar verdenkt; in plaats daarvan permanent geraas, waar ik uiteraard niet op in wil gaan. Verder heb ik Truida zoo objectief mogelijk de kans op een ressentiments -vergaloppeering harerzijds onder oogen gebracht. - Dit is het maximum, wat ik tegenover mijn zuster kan doen; de Vlaamsche garderobe bezinger Varangot laat ik geheel buiten beschouwing, tenminste voor zoover zijn stralende persoonlijkheid niet direct in het geval van Truida is gemengd. Beschouw deze laatste poging om iets te begrijpen dus uitsluitend als een gevoel van familiezwak, waarbij ik echter uitdrukkelijk verlang, dat iedere aan mij verstrekte opheldering (of vertroebeling) ook aan jou wordt gezonden. Het is noodzakelijk, tegenover de rancune zakelijk en voorzichtig te zijn, helaas.

Ik heb bij Swart geïnformeerd, of Eddy überhaupt in aanmerking zou komen aan de NRC. Het antwoord is: waarschijnlijk wel, maar... Ik verwacht er niet veel van, zal hem toch vandaag op de hoogte brengen. Onder ons gezegd: het baantje aan het archief (waarvoor hij nu definitief benoemd is) lijkt mij veel beter voor hem geschikt. Als de factor van Bep's gezondheid er niet was, zou ik hem zelf afraden naar de NRC een gooi te doen.

Ik hoop voor Gr. Ned. over Nietzsche te schrijven, moet er eerst nog een en ander voor naslaan.

Het artikel van Simon over ‘Kristal’ (dank voor toezending van het jouwe, geheel accoord!) vind ik bedenkelijk, zooals zijn heele critische werkzaamheid langzamerhand wat bedenkelijk wordt. De welwillendheid wordt op een zeker oogenblik onbetrouwbaarheid, als het zoo doorgaat, en Vestdijk wordt een super Nijhoff, die uit adoratie voor de litteratuur en met name de poëzie ieder poëtisch scheetje tot een gebeurtenis gaat proclameeren. Men vergist zich toch nu niet meer ongestraft over de poëzie van Henrik Scholte! Is dit hetzelfde element, waardoor ik ook in ‘Het Vijfde Zegel’ werd gehinderd? De ‘autonomie van de knapheid’? We moeten er hem 17 Dec. toch eens iets van zeggen.

Tot nader! Ik kreeg een alleraardigste brief van Elsschot.

hart. gr. 2×2

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie