Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

[12 januari 1938]

12 Jan.

 

B.J.

Wind en weder, d.w.z. vapeuren en bacillen dienende, stuur ik ultimo Donderdag 13 jan. naar v.H. & W. een artikel over Nietzsche, dat mij plotseling op de tong ligt, naar aanleiding van de zeer recente lectuur van een boekje van Podach en de brieven over den gekken N. Dus komt Rougemont later. Komt er onverhoopt iets tusschenbeide, dan telefoneer ik je. Zonder tegenbericht kun je dus op het stuk rekenen!

V.V. heb ik zoo kort mogelijk geantwoord en zijn bemoeiingen met jou natuurlijk geketst. Ik heb tegenover hem daarover niets meer te zeggen.

Van Mann nog geen bericht.

Las je het meer dan bête en hartig-klootige stuk van Blijstra over Van Schendel in de G. Winckel? Bij de beesten.

Hein verzoekt me je te herinneren aan het feit, dat je Fr. Letteren op 30 Jan. a.s. worden tegemoetgezien, en aan de copie van Hendrik v.d. Wal.

Tot nader! Veel hartelijks 2×2

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie