J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

24 februari 1938

24 FEV. 1938

 

Beste Menno.

Het gaat niet goed met de Slauerhoffcommissie. Tot mijn stomme verbazing las ik dat bij Stols een herdruk van Serenade verscheen door Lekkerker verzorgd. Hiermede is dus de mogelijkheid op de Verz. Ged. voorgoed van de baan. Sander heeft geen enkel recht op dit boek en bezit geen contract. Het is een grove fout van Lek. Zich daartoe te leenen, omdat hij daarmede een recht van St. erkend. Hij heeft dit geheel buiten de commissie óm gedaan. De commissie blijkt onwillig Stols, die geen enkel papier bezit, op de juiste wijze aan te pakken. Maar dan kan men ook moeilijk volhouden dat zij de posthume belangen van Slauerhoff dient. Integendeel. Het is een raar gezeur, waar ik maar liever niets mee te doen wil hebben. De Verz, Ged. hadden er allang moeten zijn.

Ik heb heden een brief aan Lek feschreven, waarin ik met groote waardering voor zijn werk, zijn houding in deze aangelegenheid sterk laak en ik heb Stols geschreven dat ik zijn houding t.o. van Slau's nalatenschap infaam vind.

Ik zal over dit saboteeren v. St. eens een klein hartig stukje schrijven.

Wijders geen nieuws. Ga je nog naar Parijs. Schrijf dan vooral opdat ik je aan het Zuider Station eenige oogenblikken treffe.

Met veel hartelijks v huis tot huis

geheel je Jan

 

Schrijf jij eens een briefk. aan Stols over revisie. Misschien dat dat helpt. Hij valt wat terug[?]!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie