Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 15 april 1938

Den Haag, 15 April '38

 

Beste Jan

Hartelijk dank voor je briefje uit het Groothertogdom. Ik hoop, dat het verblijf er je goed zal doen.

Wat mij betreft, ik kom zeer langzaam weer bij. De depressies zijn weg, maar de ‘seinuwe’ laten zich van tijd tot tijd nog gelden; zoo heb ik de tooneelcritiek deze week nog moeten laten loopen. Maar Zondag a.s. verschijn ik weer in het Ochtendblad met een artikel over Pickwick.

Je weet niet, hoe ik me verheug op Antibes! Blauwe lucht, zon, geen politiek, zee, bergen: dat is wat ik noodig heb. Overigens blijf ik nu aan het werk; verlof nemen is niet meer noodig, zooals het zich momenteel laat aanzien. Maar ik heb een aardige waarschuwing gehad, die me zal heugen: een soort sterk geprolongeerd en geïntegreerd Hampton Court, waarbij Hampton Court Oostenrijk was.

Moge nog tot jouw en Aty's instructie dienen, dat mijn broeder Wim in het huwelijk zal treden met Ants zuster Mina Faber. Wat zeg je me daar van? Ook dezen rots van het celibaat is overspoeld. En het kamerlid is dubbel schoonvader van terbraken geworden...

Spoedig meer en beter. Ik zit ± 2e Paaschdag in Eibergen.

hart. gr.

je

Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie