Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 19 juni 1938

Den Haag, 19 Juni '38

 

Beste Jan

Neem me niet kwalijk, dat ik de opstellenquaestie heelemaal vergat! Ik ben inderdaad een slecht antwoorder, maar in den laatsten tijd vooral. Daar kwam bij, dat mij uit je briefje niet geheel duidelijk was geworden, waar het om ging, maar Simon heeft mij nu verteld, dat het echte opgaven zijn. Natuurlijk wil ik hieraan meedoen; ik zal in Antibes wel tijd en lust hebben om zooiets te ‘fokken’; want het moet van een ideetje afhangen. Ik zou willen kiezen: Komt de Gildentijd terug? Heb ik dat goed gelezen: gilden tijd? Je schreef het woord onduidelijk. Het idee van die opstellen is aardig.

Ik schreef nu aan Van Schendel over het geval Hein. Hein zal het geld waarschijnlijk wel nemen van anonieme vrienden. Het vervelende van deze zaak is (zooals altijd), dat hij van een reëele armoede altijd een exhibitionistische scêne maakt, om op die manier medelijden op te wekken. Een echte masochist, onze Hein, maar verder toch altijd weer een aardige kerel. Ik zou hem dit uitstapje graag gunnen.

Hartelijk dank voor de prospecti. Misschien zou het beter zijn, als wij direct doorreisden naar Antibes, om te beginnen met rust, en op de terugreis de Provence aandoen. Ik zal er nog eens over denken, maar jullie is het toch hetzelfde? Allebei heeft iets voor.

Ik heb mit Mühe und Not, maar toch geleidelijk aan meer en meer geïnteresseerd door mijn eigen project, mijn boek voor Zijlstra ‘gecomponeerd’. Het wordt nu een bundel opstellen over ‘ouderen’, d.w.z. niet over mijn tijdgenooten en geestverwanten en lateren. Ik moest een selectie maken, en bewaar nu stukken over jou, Vestdijk, Marsman, Du Perron, Han etc. tot een volgende gelegenheid. Deze bundel wordt, geloof ik, aardig: van Erasmus tot Romein. Titel waarschijnlijk: Gesprek met de Vorigen. Als appendix de brief ‘Sans Famille’. Er komen o.a. in: Erasmus, Machiavelli, Huygens, Rembrandt, Gorter, Leopold, Mann, Pirandello, Kafka, Van Schendel, Diderot, Benda, Gide, Teixeria de Pascoaes, Romein. Misschien verder Vondel, Saenredam en nog een paar.

De weerstanden, die ik heb te overwinnen, komen niet eens zoozeer voort uit den vrees voor oorlog (want met oorlog houdt alles op), als wel uit algemeene malaise-gevoelens, naar aanleiding van de liefelijkheden in de wereld. De betrekkelijke afgeslotenheid, die ik dringend noodig heb om het boek te kunnen schrijven waarvan ik vol zit, ontbreekt daardoor. Henny schijnt het ook niet te kunnen vinden, momenteel.

Van der Veen al gezien; hij is erg geschikt, en grappig ceremonieel in zijn optreden! Dinsdag komt hij hier logeeren.

Veel hartelijks over en weer

geheel

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie