Menno ter Braak
aan
G.H. 's-Gravesande

Rotterdam, 8 december 1933

R'dam, 8 Dec. '33

 

Beste Hein

Ik liet, zooals je gezien zult hebben, de passage over jou als bibliograaf staan. Als de menschen denken, dat ik je een beleefdheid wil zeggen, moeten ze maar kijken naar Greshoff, die ook aan Het Vad. werkt en een veeg uit de pan krijgt. Neen, ik meen het, de bibliographie is het beste deel van het werk, en waarom dat niet gezegd?

Wat je opmerkingen over de bloemlezing betreft: ik blijf erbij, dat Jan inconsequent is door zich ‘zonder voorkeur’ te noemen. En het ‘lapjes-principe’ lijkt me nog absoluut fout.

Ik hoop op ‘Oefening’ te kunnen verschijnen. Maar reken er niet te vast op; ik ben dan nog niet ‘vrij van school’!

Wassermann antwoordde nog niet. Als hij nu maar niet weigert; want ik heb een paar aardige vragen.

Zeg, wanneer moet ik mijn kleine onkosten declareren? Voor 15 Dec.? En bracht Borel b.v. ook [vestiaire] en programma (van het tooneel) in rekening? Dat loopt aardig op!

Hart. je

M.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie