J. van Doveren
aan
Menno ter Braak

Den Bosch, 13 december 1927

's-Hertogenbosch, 13 December, 1927

Zeer geachte Heer!

In antwoord op Uw schrijven 12/11 '27 kan ik U nog het volgende melden: Inderdaad is de Vereeniging van Noordbrabantsche en Limburgsche Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring de gewetelooze knipper, die Uw blad gratis wenscht toegezonden te hebben, om er venijn uit te kunnen halen en te kunnen gaan ageeren, veronderstel ik. Zou dit geen pracht reclamemiddel voor de Liga kunnen worden?

Van Potemkin in Maastricht weet ik niets meer, dan wat er over in de N.R.C. heeft gestaan. De verkrachting is natuurlijk door bovengenoemde schenders verricht, terwijl de verdere campagne er tegen wel van zuiver R.K. geestelijke zijde zal zijn uitgegaan.

Tegen verscherping van m'n artikel heb ik niets op tegen; ik heb U alleen maar gegevens verstrekt, daar ik niet wist, welke kleur het artikel moest hebben.

Vereenigingen, die hier in aanmerking zouden komen voor een aan te gaan contract, zijn er hier twee. I De Kunstkring, die nog slechts een vijftig leden telt en waar de fut geheel uit is en II Het Nut, maar U kent vermoedelijk de ‘avant-garde’ geest van Nuts bestuderen.

Zaterdagavond had ik een bespreking met den Direkteur van het Luxor-bioscooptheater, den Heer Martens, iemand die wel wil, maar niet kan. Hij voelt veel voor het ‘Liga’-doel, heeft er ook f100 voor over en wil de zaal voor eventueele matinees gratis afstaan. Weet ik iets bepaalds, dan meld ik U meer.

De Filmliga IV heb ik nog niet ontvangen. Kunt U me soms ook een gelijksoortig Duitsch tijdschrift aanbevelen.

Met verschuldigde hoogachting

J. v. Doveren

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie