Johan Huijts
aan
Menno ter Braak

Rotterdam, 10 januari 1928

10 Januari 1928

Beste!

Het bezwaar van de redactie begrijp ik - ten deele. Ik schreef je al dat ik prima vista geen detailkritiek leveren kon. Een andere reden is dat 0.00 detailkritiek niet al te best verdraagt. Omdat ik in de verdediging van 0.00 zwak zou staan heb ik de richting verdedigd; m'n kracht gezocht in den aanval op onbenullig tooneel. Met een enkel voorbeeld heb ik de mogelijkheid van kritiek aangeduid. Intrigue te vertellen was er niet omdat er geen intrigue was. Ik heb kortom alles gedaan om den terugtocht na een zeer ongelukkig debuut te dekken; je begrijpt dat ik, om de speciale diensten die Koster ons in Berlijn bewijst, deze dingen niet in Filmliga schrijven wil. Hoe dan ook: ik verzet me niet tegen jullie uitspraak, maar weet niet of ik na het ding nog eens gezien te hebben ertoe kan besluiten een meer [over]dreven meening in het blad te geven.

Voor Prikkeldraad helaas geen tijd!

Schrijf me nog even of en hoe laat Vrijdagavond generale repetitie. Dan kom ik even!

hart.gr

je

JohanH

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie