[p. 49]

De romanschrijver en zijn idee

DE romancier kan alles in zijn macht hebben, hij moet zelfs alles in zijn macht hebben (psychologie, taal, expressiemiddelen); maar de idee van zijn schepping moet hem juist in haar macht hebben, zoodat hij zich onder het schrijven slechts de bediende voelt van een wezen in hem, dat hem dwingt zich zoo uit te drukken en niet anders. (Vandaar, dat het de grootste schrijvers zijn, die ‘zichzelf nooit begrijpen’, en door veel minder intelligente later beter ‘begrepen’ worden dan zij zichzelf ‘begrepen’.) Men verbeelde zich even, dat Dostojewski opzettelijk de idee der Revolutie had willen ‘illustreeren’ in zijn Demonen! Dat wij geen subliemer belichaming van de idee der Revolutie kennen dàn juist deze Demonen, hebben wij zeker niet in de laatste plaats te danken aan het feit, dat Dostojewski zich in hooge mate onbewust was van de idee, die hij al schrijvende diende!