[p. 138]

Gastspiel Alexander Moissi
Shaw, Der Arzt am Scheideweg (The Doctor's Dilemma)

Er zijn verschillende motieven, die de toneelschrijver voeren tot ontledende studie der psyche, en welke de zuiverste is, valt moeilijk te beslissen. Een persoonlijke voorkeur zou mij leiden naar een figuur als Schnitzler, de uiterlijk koele chirurg, wiens enige passie vaak schijnt de ontleding zelf. (Ik spreek hier zéér algemeen). Hier immers is de beweging van de kunstenaarsziel zo geheel opgelost in het fatale zich-voltrekken, dat wij met onze aanschouwende individualiteitjes wegvallen tegenover het dwingend objectieve, waarvan (schijnbaar) de schrijver slechts spiegel was. Schijnbaar, want zonder de individualiteit van de schrijver was deze objectiviteit ons nooit te beurt gevallen in deze reeks van denken en handelen; zonder hem was dit aandeel in het noodlotsdrama der ziel geen gestalte geworden. Wat wij echter op het toneel te aanvaarden krijgen, is (hier komt het in dit verband op aan) voor ons onafwendbare gang en niet anders te denken.

Van een praktischer uitgangspunt nadert Shaw tot de zielsanalyse. Zij is hem niet meer dan een welkom middel, waarvan hij, dit zij dadelijk erkend, een meesterlijk gebruik maakt. Niet op de ontleding zelf, door Shaw's aangeboren geestigheid en aforistisch talent dikwijls van een vlijmende scherpte, maar op de moraal komt het aan. De mens moet in al zijn feilbaarheid en belachelijkheid tentoongesteld staan, opdat de aanwezigheid van tegenovergestelde eigenschappen daaraan openbaar worde. Een merkwaardig voorbeeld hiervan geeft dit stuk The Doctor's Dilemma. Van het eenzijdig verspecialiseerde doktorendom levert Shaw een allerhatelijkste satire, die er in haar felle gechargeerdheid uitziet als een aanprijzing van de vis medicans naturae. Vooroordeel, verliefdheid, bekrompenheid, spannen in deze esculapen samen tegen de gezondheid van de schilder Louis Dubedat. Wanneer Shaw echter diens

[p. 139]

samenleven met Jennifer, zijn vrouw, tekent, is plotseling het onbarmhartige van zijn ontleding verdwenen; dit huwelijk wordt, ter wille van het contrast, een onaantastbaar geluksaxioma, waaraan de ‘demagogische’ bedoeling van de auteur behoefte heeft. En omdat dit het werk is van Shaw, die de architectuur van het toneelstuk als géén ander verstaat, valt dit gebrek, misschien met evenveel recht een deugd te noemen, niet op. Maar de geboren moralist karakteriseert het typerend; men kan zich een dergelijk ondoorzocht probleem bij Schnitzler bezwaarlijk voorstellen!

Moissi had hier de kleine rol van de zieke schilder te spelen. Zijn opvatting bevestigde mij in de verleden week over zijn talent uitgesproken mening, waarop ik dus niet verder behoef terug te komen. Deze moderne bohémienfiguur lag hem beter dan de koning uit Grillparzer's drama, waarin hem de gevaren der retoriek te vaak bedreigden. De stervensscène, met de bekende geloofsbelijdenis van de estheet, was een hoogtepunt van zijn begaafdheid. Else Mauhs als het dappere vrouwtje, waaraan Shaw al zijn tederheid zonder sarcasmen wegschonk, overwon niet altijd de conventionele vorm; misschien eigent een gecompliceerde figuur zich voor haar beter.

Van de elkaar beconcurrerende doktoren, afgrijselijk vooruitzicht voor de med. stud., die allen een goed type creëerden (meer dan een type is bij Shaw's schromelijke overdrijving13 niet mogelijk) moeten moeten Heinz Hilpert als Ridgeon, in wie het eigenlijke dilemma zich voltrekt en Karl Schramm Dunckler als een humoristische Patrick Cullen genoemd worden.

 

18 oktober 1924

M.t.B.

13Men leze slechts het Preface on Doctors.