La gloire
Tooneelspel van Maurice Rostand
Kon. Schouwburg

Maurice Rostand is met veel nadruk de zoon van Edmond Rostand, en hij schijnt van deze vader-zoon-verhouding een beeld te hebben willen geven in zijn stuk ‘La Gloire’; de beroemde schilder en de zoon, die hem op zij wil streven, ziedaar het thema van dezen auteur. Maar hij zit zoo volgepropt met quasi-klassieke cultuur en vlotrammelende verzen, dat hij het niet verder brengt dan een holle carricatuur. Een gymnasiastenverbeelding, deze ‘Gloire’, waarvan hèt groote effect is, dat de Roem in den vorm van een kleurige dame verborgen zit achter het gordijntje van een soort douchehokje en kiekeboe komt spelen, wanneer de roemzuchtige zoon naar gemeld hokje toesnelt.

Het stuk is zoo, dat men er beter het zwijgen toe kan doen. Of een behoorlijke opvoering het gered zou hebben? Het lijkt hoogst onwaarschijnlijk; maar deze opvoering was bovendien nog verre van behoorlijk. Maurice Rostand speelt zelf de hoofdrol met de noodige pathetische geluiden, die alle toonaarden doorloopen, maar nooit treffen; en Rosemonde Gérard, zijn moeder, ridder in het Legioen van Eer en weduwe van den grooten Edmond, speelt de Roem achter het gordijntje. Er is een behoorlijke vader-schilder van Maxime-Léry, een vlakke Prins van Wales van Georges Vandéric en een verbazingwekkende Mme. Recamier van Gabrielle de Mesnil. De schilderijen van den grooten meester lijken geroofd uit een lijstenwinkel, die ook vulling verkoopt.

Dat men applaudiseerde, strekte den beleefden Hagenaars tot eer.

M.t.B.