Welkom Vreemdeling
Blijspel van Aaron Hoffmann
Een prachtige rol van Cor Ruys

Toen Royaards eenige jaren geleden dit onschuldige, lichtelijk moraliseerende blijspel op zijn repertoire had, zou men zich moeilijk hebben kunnen voorstellen, dat het in 1936 weer ‘actueel’ zou zijn; actueel, dit blijspel! Een tooneeldirecteur, die het tegenwoordig zou wagen ‘Welkom Vreemdeling’ in Duitschland te enscèneeren, zou als misdadiger worden beschouwd! Want men kan deze comedie om den braven en toch realistisch-gewieksten Jood Isidor Salomon misschien niet beter karakteriseeren dan als het negatief van ‘Der Stürmer’ of met een ander en juister gevoelsaccent: ‘Der Stürmer’ als het negatief van ‘Welkom Vreemdeling’. Wat de heer Julius Streicher aan gruwelijke complotten en rassenschande achter de schermen speurt, dat ziet de heer Aäron Hoffmann als humor en tragiek van 't Joodsche bestaan; waar de eerste allen humor mist, daar is de tweede de versuikerde gemoedelijkheid zelve. Want ook het philo-semietisme heeft een onaangenamen kant; de wijze, waarop in ‘Welkom Vreemdeling’ de held Isidor Salomon wordt geidealiseerd tot hij in de laatste acte een completen nimbus om de slapen heeft, is evenmin ‘einwandfrei’ als de onsmakelijke propaganda van den Neurenberger tsaar....

Maar al deze dingen overweegt men alleen, omdat de tijdsomstandigheden die overweging opdringen. Verder is ‘Welkom Vreemdeling’ niet anders dan een ouderwetsch blijspel, met een aardigen dialoog en een beetje gemakkelijk vertoog voor de algemeene menschenliefde als ondergrond; de ingeschapen goedheid van het menschdom weet bij de burgers van een Amerikaansch stadje, door middel van den eerst zoo ruw afgewimpelden binnenwandelenden Jood, over de heele linie te triomfeeren, zoodat zij den man, dien zij op Oudejaarsavond geen logies wilden verstrekken, precies een jaar later eensgezind vieren als den weldoener van hun gemeenebest. Zelfs de leider van de antisemietische actie, die zich (dit heeft het stuk aan menschenkennis vast al voor op Streicher) ontpopt als een Jood, die zijn ras verloochent, deelt tenslotte in de algemeene vergevensgezindheid. Alles krijgt elkaar, het stadje krijgt electrisch licht en Isidor Salomon krijgt de eerepalm, omdat hij Nathan der Weise verbeterde. Het philo-semietisme van Aäron Hoffmann, hoe oppervlakkig-idealiseerend het dan ook moge zijn, onderscheidt zich van het antisemietisme dan toch minstens in dit opzicht gunstig, dat het geen haat jegens een ras predikt, en (blijkens het succes van gisteravond) open doekjes weet te kweeken voor humanistische beginselen. Welk aandeel heeft ‘Welkom Vreemdeling’ dus in het complot, dat den aardbol omspant en dat culmineert in de Protocollen van de Wijzen van Zion?

Het stuk is om de hoofdrol begonnen. Wat Cor Ruys daarvan maakt, is een sterk bewijs voor zijn veelzijdigheid als acteur; want men herkende den Karl Kahle van Diligentia nauwelijks van dezen Isidor Salomon. Hier geen ontplooiing van virtuositeit in de eerste plaats, maar een zeer sober gehouden figuur, nergens te dik aangezet of te vulgair opgedreven, misschien tegen het einde even wat sentimenteel (wat valt er trouwens verder ook te doen met die marsepeinen vierde acte!), maar toch ook weer verre van valsch effect. De virtuositeit, die zich bij Ruys in zijn klucht-‘scenario's’ uit in allerlei improvisaties (een soort humoristische lyriek), wordt in de gestalte van Isidor Salomon bedwongen en gestyleerd, zoodat de kracht van de rol ook uitkomt in datgene, wat onderdrukt en verzwegen wordt. Niet ten onrechte noemde Verkade in ‘De Groene’ Ruys naast Pallenberg....

De bezetting is verder niet slecht, al zou er van sommige rollen (vooral de vrouwelijke) meer te maken zijn. Pierre Myin is levendig en spontaan als de electricien, die Salomon voor zijn plannen weet te winnen. Louis Poolman als de burgemeester, die zijn Jodendom verloochent, heeft het voordeel van sober spel. Folkert Kramer, Anton Ruys en Jan Mulder voldoen als de notabelen van het stadje Vallery Falls; en ook de andere rollen zijn zoo, dat zij zeker niet storen, al zou men met name Lily Bouwmeester als Mary Clarke expressiever gewenscht hebben.

De opvoering had een goed bezetten schouwburg getrokken, die zeer hartelijk applaudisseerde, ook bij open doek, waar het de verdraagzaamheidslesjes gold.

M.t.B.