De geheime deur
Een spannende thriller van D. en C. Christie
Bij het Hofstadtooneel

Over den inhoud van ‘De Geheime Deur’ hebben wij in het Avondblad van Vrijdag al een en ander verteld; meer vertellen zou zonde zijn voor het zieleheil dergenen, die zich persoonlijk zullen opmaken om drie acten van werkelijk zeer spannende geheimzinnigheid te doorleven. Een thriller is niet ieders bedrijf, maar de firma Christie behoort tot de kenners van het vak; zij beschikt over dat eigenaardig mengsel van humor en mysterieuze suggestiviteit, die alleen het lidmaatschap van het Angelsaksische ras verleent als onvervreemdbaar talent. In dit stuk kruist de voorgewende misdaad uit sensatiezucht de echte misdaad; en als gewoonlijk in zoo'n geval is de vooropgezette sensatie maar een klein kind bij het reëele gebeuren. Men maakt kennis met een geheime deur, zooals de titel zegt, maar ook met een lijk en gestolen juweelen, die in dit drama een minstens even gewichtige rol spelen; er vallen eenige dooden, maar het zijn gelukkig de dooden, die volgens de moraal van de thriller ook verdienen te vallen. Last not least: de schrijvers zijn er in geslaagd het mysterie tot het eind toe ‘zwevend’ te houden, en daarom is het toch eigenlijk begonnen. Ieder personage is hier wat hij schijnt.... voor den ander, en zoo kan men uit dit stuk ook nog weer eens afleiden, waar Pirandello zijn relativisme vandaan haalt....

Deze spannende en in het derde bedrijf soms zelfs adembeklemmende historie wordt onder de knappe regie van mevr. Ranucci-Beckman zeer vaardig gespeeld. Vooral Theo Frenkel legt eer in met zijn journalist Ronnie Martin, die hier vooral voor het humoristische tegenwicht zorgt; Frenkel maakt van zulk een rol iets zeer levends, zeer beweeglijks en zeer overtuigends. Enny Meunier is heel aardig als zijn zuster. Paul Steenbergen voldoet zeer goed als haar aanbidder (en lijkbezorger). Van Piet Bron schrikt men, zoo onheilspellend en misdadig is zijn verschijning als de huisbewaarder Price. Dirk Verbeek, die ditmaal eens van zijn gentleman-specialiteit moest afwijken, had wel iets demonischer kunnen zijn als de schijnbaar zoo onschuldige ‘buur’, maar hij bevredigde de toomelooze verbeelding toch wel. Henk van Buuren als een kalme politie-inspecteur gaf relief aan zijn rol, Anton van Zuylen Jr. stond hem bijna tot het laatst waardig bij als agent.

De goed bezette schouwburg was er voor 100 procent bij en reageerde af in een stevig en langdurig applaus. Enny Meunier en Theo Frenkel werden met bloemen bedacht.

M.t.B.