Het concert
Comedie van Hermann Bahr
Bij het Hofstadtooneel

Een zeker soort problemen behoudt de actualiteit, dat is ongetwijfeld waar; ook het probleem van het huwelijk, omdat het huwelijk nog steeds iets meer is dan alleen maar een maatschappelijke formaliteit. Zoo is ook ‘Het Concert’ van Hermann Bahr nog een stuk, dat geenszins zijn natuurlijken dood gestorven is, al dateert het (meen ik) van 1900; maar het heeft wel iets van zijn gedurfdheid verloren en maakt op ons in de eerste plaats den indruk van een casuïstiek der liefde. (Misschien moeten wij verband zoeken met de latere bekeering van den auteur tot het katholicisme?) Het uitspelen van de vier echtgenooten tegen elkaar, het verwisselen en weer terug-wisselen van de rollen, die zij vrijwillig-onvrijwillig op zich genomen hebben; het draagt alles zoo typisch den stempel van een soort wijsheid, die het zich in laatste instantie toch erg gemakkelijk maakt.

Ik zou hier willen spreken van een feministische problematiek. De ‘heldin’ van Bahr is hier duidelijk de vrouw van den amoureuzen pianist Heink; zij is bij uitstek de verstandige, maar ook de moederlijke en patroniseerende (een element, dat zeker ten onrechte door de opvatting van mevr. Ranucci-Beekman wat sterk werd geaccentueerd). Dientengevolge is die Heink eigenlijk een dwaas, die zich, zooals een rechtgeaard pianist past, telkens de weelde veroorlooft om aan de rol van Don Juan die van het vertroetelde kind te paren. Een dergelijke verhouding tusschen de partijen vindt men in een Engelsche versie in het blijspel ‘Alle Rechten Voorbehouden’, dat Het Masker hier onlangs heeft gespeeld. ‘Feministisch’ beteekent in dit geval: de vrouwelijke zin voor realiteit triomfeert wat al te gemakkelijk over de mannelijke neiging om de polygame instincten te idealiseeren tot een levensnoodzaak en nog liever een respectabel noodlotsdrama. Die kant is er ongetwijfeld, maar men moet de mannen dan toch een wat royaler kans geven dan Bahr doet; met al hun domheden kunnen zij toch wel iets meer verweer bieden dan pianist Heink.

Maar ‘Het Concert’ is een comedie, die bovendien met ‘gelijk spel’ eindigt, en wij hebben dus de verhoudingen te aanvaarden. Het afwikkelen van de intrige, die zich met de echtparen Heink en Jura bezighoudt, duurt ons nu wel wat erg lang, vooral omdat andere tooneelschrijvers Bahr hebben gevolgd; maar het beste van het stuk, de dialoog, handhaaft zich toch volkomen. Die dialoog is een mengsel van humor en ‘kleine wijsheden’, en als model ervan mag wel gelden het voortreffelijke gesprek tusschen dr Jura en mevr. Heink in de eerste acte, die trouwens een uitnemend exposé geeft van dezen Jura, den man, die alles wil aanvaarden (de tulp naast het viooltje), die ‘geen eergevoel heeft’ en theoretisch zijn vrouw wil opgeven aan Heink, mits.... Over dit ‘mits’ loopt het stuk dan verder, en het eind van de laatste acte is dan niet zoo verbazend verrassend meer. De dialoog blijft het positieve, dat men van Bahrs ‘Concert’ overhoudt.

Een voorstelling onder regie van mevr. Ranucci-Beckman met vele goede qualiteiten. Dit soort humor eischt een lichten toets, en in veel opzichten kan men daarover tevreden zijn. Dirk Verbeek was een zeer goede Gustav Heink, met een dosis ijdelheid en naïeveteit achter de ‘rol’. Bets Ranucci heeft van mevr. Heink een personage gemaakt, dat mij op deze plaats niet zeer aannemelijk lijkt; de moederlijkheid, die m.i. uit de rol vanzelf te voorschijn moet komen, kreeg hier iets al te programmatisch en voorbedacht nadrukkelijks; verder was haar spel te prijzen. Een verrassende creatie was Paul Steenbergens dr Jura, die vooral in het eerste bedrijf uitermate suggestief het wat zonderling-menschelijke in de figuur accentueerde; later kwam hij iets dichter bij den gewonen blijspeltoon, waarschijnlijk ook door de herhalingen, die het stuk meebrengt. Enny Meunier als Delfine Jura is vlot, maar niet zoo bijzonder overtuigend. Theo Frenkel was onherkenbaar als een Alpenbewoner; een rol, die opnieuw zijn veelzijdigheid bewijst. Joekie Broedelet als de boerin en Myra Ward als de energieke bewonderaarster van Heink mochten gezien worden.

Er was niet veel publiek, maar men heeft de voorstelling met hartelijk applaus ontvangen.

M.t.B.