Een Lentedag van 's morgens 8 tot middernacht
‘Call it a Day’ van Dodge Smith

Men schrijft ons over den inhoud van dit stuk, dat Zaterdag a.s. voor het eerst door het Hofstadtooneel in openbare vertooning wordt gegeven:

Wat 'n dag als na een grauwen regenachtigen winter de lentezon voor het eerst door de slaapkamerramen naar binnen schijnt. Niemand had gezien, dat de kastanjes al zoo ver uitgeloopen waren. Nu pralen ze in eens tegen de blauwe lucht met weeke groene blaadjes en glanzende bruine knoppen. De dauw ligt nog op het gras en hier en daar steken crocusjes, geel, paars en wit hun kopjes op boven de bruine vochtige aarde. Hoe geurt de lente! Wat 'n dag! De heele familie Hilton is er 'n beetje door van streek. De ouders voelen weer even een tinteling over een klein avontuur. En de kinderen nemen op dezen eersten lentedag hun gevoelens erg au serieux, omdat ze nu eenmaal nog kinderen zijn. De zoon Martin wordt hals over kop verliefd op het dochtertje van de nieuwe buren, dat als een jonge antilope over het grasveld dartelt. De oudste dochter Catherine neemt haar flirtation met den lichtzinnigen schilder erg tragisch. Ann, de jongste, is nog niet aan de liefde toe, maar ze dweept met haar dichters nog meer dan anders. De dikke keukenmeid rammelt met de vaten en breekt roekeloos het servies; wat ze niet erg vind, scherven zijn immers geluk. Het nieuwe tweede-meisje is, toen ze het hondje uitliet, een gevaarlijken buldog tegen gekomen, dien 'n donkere man aan zijn riem voortsleept. En de werkvrouw, wat verzuurd, kan zich ook niet heelemaal onttrekken aan den invloed van de lente, anders zou ze er zich niet zoo tegen verzetten.

Nee, de heele familie Hilton, dienstpersoneel incluis, is een beetje gek, op dezen eersten lentedag. Hun gedachten fladderen gevaarlijk naar vreemde streken en ver weg van de ernstige beslommeringen van het dagelijks leven. Ze beleven op dezen eenen dag meer dan ze in den heelen langen, grauwen winter hebben meegemaakt. Call it a day!

En de avond valt en de maan schijnt in de slaapkamers en ze stellen zich allemaal een beetje dwaas en geëxalteerd aan. De kinderen benijden de ouders omdat ze al zoo oud zijn en geen emoties meer hebben en de ouders denken verteederd aan de kinderen, die nog zoo gelukkig en zorgeloos zijn. Och ja, zelfs bij de eensgezinde familie Hilton begrijpen ze elkaar niet heelemaal, praten ze een beetje langs elkaar heen.

Maar Roger Hilton zoekt op den grond naar de donzen deken, die hij van z'n bed heeft gegooid. Gek, dat het na zoo'n eersten warmen dag weer zoo koud kan worden. Nu ja, 't was maar een stroovuurtje. Er komen nog donkere dagen genoeg. Dan vullen de plichten weer den heelen dag en vraagt ieder voor zich, zich verbaasd en een beetje gegeneerd af, hoe 't mogelijk was, dat hij op dien eersten, mooien lentedag zulke gevaarlijke extravangante gevoelens koesterde. O! Alles komt wel weer op z'n pootjes terecht bij een rechtschapen familie, zooals de Hiltons nu eenmaal zijn. Maar, groote genade, wat een dag van 's morgens acht tot middernacht. Call it a day!