Clotilde en Alexander Sakharof
Hun opvattingen over danskunst
De inhoud voor hen primair

Morgenavond geeft het danspaar Clotilde en Alexander Sakharof in den Kon. Schouwburg alhier een enkelen dansavond. De Sakharofs waren zelden in Holland, hoewel zij ongeveer de geheele wereld hebben afgereisd; daarom verzocht ik hun om een interview, ten einde den lezers van ‘Het Vaderland’ iets te kunnen meedeelen over hun opvattingen van danskunst in het algemeen en van de hunne in het bijzonder.

Clotilde en Alexander Sakharof zijn zeer geneigd over de geheimen van hun métier met den interviewer te spreken. Zij hullen zich niet in een mysterieus waas, maar houden blijkbaar van een gesprek over hun ‘vocabulaire’, dat in laatste instantie natuurlijk niet onder woorden is te brengen, omdat de beweging bij de beoordeeling van den dans den doorslag geeft. Een uitwisseling van meeningen over danskunst blijft daarom altijd iets voorloopigs, maar daarom kan het toch wel degelijk zijn nut hebben ook de theoretische overwegingen van dansers te noteeren. De heer en mevrouw Sakharof vullen elkaar in het gesprek uitstekend aan; ook in de theorie zijn zij.. partners, die ieder voor zich een streven naar evocatieve kunst belichamen; belichamen ditmaal in den letterlijksten zin, dien het woord maar kan hebben.

Sakharof, die Rus is, maar al zeer lang geleden Rusland verliet, is, evenals zijn vrouw, die uit Duitschland komt, duidelijk kosmopoliet. Hij legt daar ook den nadruk op, wanneer hij de tendenties van zijn kunst definieert. Eigenlijk stammen de Sakharofs niet uit een dansmilieu; hun vormentaal ontleenden zij aan motieven, die samenhangen met de beeldende kunst, de litteratuur, de muziek. Sakharof gebruikt het woord ‘poète’ in den algemeenen zin van ‘kunstenaar’; zoowel hij als zijn vrouw accentueeren het algemeen-poëtische karakter van hun dans.

‘De inhoud’, zegt Sakharof nadrukkelijk, ‘is voor ons geenzins secundair. Natuurlijk zijn wij vijanden van het dilettantisme, omdat de techniek noodzakelijke voorwaarde is voor iedere kunstbeoefening; ik zelf heb een deel van mijn dansopvatting zelfs in een circus genoten, omdat ik daar de bewegingstechniek het best kon bestudeeren. Maar wij willen met den dans iets zeggen (“etwas sagen, nicht zeigen”, zooals Sakharof het letterlijk formuleert); de techniek en de beweging zijn voor ons middel, geen doel.

Iedere kunst moet, om tot uitdrukking te kunnen komen, naar styleering zoeken. Iedere kunst heeft dus ook haar limieten; en het is de taak van den kunstenaar de middelen te zoeken, die hun veroorloven zich zoo zuiver mogelijk uit te drukken binnen die limieten.’

Kosmopolieten.

- Heeft uw kunst aanrakingspunten met bepaalde soorten volksdans, zooals die van Argentina?

‘Neen, wij zijn in dit opzicht individueel en kosmopoliet. Argentina, die wij zeer bewonderden, had een volksinspiratie achter zich, waarboven zij zich door haar persoonlijkheid echter wist te verheffen, al bewaarde zij het contact met haar volk. Onze danskunst is echter een individueele schepping, en dat doet onzen stijl verschillen van anderen (Diagilef, Wigman e.a.), voor wier werk wij overigens veel waardeering hebben.

‘Ik zelf’, zegt Sakharof, ‘werd, hoewel ik Rus ben, geheel opgevoed in de Latijnsche traditie. Dat belet mij niet voor andere tradities een open oog te hebben, maar ik kan tenslotte slechts spreken over wat dansen voor ons is. Omdat wij ons beiden inspireeren op motieven, die tot andere kunstgebieden behooren, waren wij ons bewust, dat wij, alvorens onze ambities te kunnen verwezenlijken, de beheersching over het lichaam moesten bezitten; wij wijdden daaraan al onze aandacht, zonder ons eigenlijke doel, de evocaties uit het oog te verliezen.

‘Vooral aan onze arm- en handtechniek hechten wij waarde. Op onze tournée door China en Japan ontdekten wij, dat juist hierin de symboliek van het Oosten en van ons elkaar raken. Er bestaat een oeroude Aziatische danstraditie, die precies het tegengestelde is van onze Europeesche ballet-traditie (die voor ons dan ook slechts “Mittel zum Zweck” kan zijn). De innerlijke dynamiek is in de Aziatische danskunst van veel meer belang dan de uiterlijke virtuositeit’.

Hoofdzaak de intuïtie!

- U wilt dus geen Amerikanisme of ‘Girlkultur’?

‘Het tegendeel. Maar omdat wij veel waarde hechten aan de evocatie van den inhoud, zijn wij nog allerminst cerebraal. Wij weten zeer wel, dat het cerebrale alle werkelijke kunstuiting doodt. De intuïtie draagt onzen dans. Wat van ons is, heeft minder beteekenis dan wat door ons gaat. Een danser is een medium, of liever nog (om ieder misverstand, dat met dat woord verbonden is, te vermijden) een antenne’.

- Treedt u meestal samen op?

‘Meestal dansen wij alleen. Mijn vrouw en ik hebben ieder ons eigen “karakter”, en wij houden aan onze eigenheid vast, componeeren daarom ook ieder onze eigen dansen. Het costuum is daarbij slechts een onderdeel van de danscompositie; wij dragen geen “hübsche Kostüme”, maar trachten ook in de kleur de harmonie te vinden, die onze dans beoogt’.

Maar aan het einde van het gesprek leggen zoowel Clotilde als Alexander Sakharof er nog eens den nadruk op, dat de theorie, die zij ten beste geven, slechts bestaat in de schaduw van hun dansen zelf. Dat is dus in de schaduwen van morgenavond. Waarover Vrijdagmorgen nader.

M.t.B.