De Zonderlinge dokter Clitterhouse
Tooneelspel van Barre Lyndon
Amsterdamsche Tooneelvereeniging

DE MISDAAD als experiment is het niet zoo alledaagsche onderwerp van den schrijver, die in het stuk ‘De zonderlinge Dokter Clitterhouse’ een zeer geslaagd mengsel het aanzijn gaf van een thriller en een probleemstuk.... met den sterken nadruk overigens op het thriller-element, dat tot het einde toe hoofdzaak blijft. De dokter, die in zijn vrijen tijd de inbraak beoefent en tenslotte door chantage zelfs gedwongen wordt zijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid ook tot den moord uit te strekken, leidt een dubbelleven, dat doet denken aan ‘Dr Jekyll and mr Hyde’, al zijn hier de ingrediënten minder op het griezelen berekend en meer op de spanning van het inbreken als experiment. Het experiment eischt van dr Clitterhouse een voortdurende gespannen intellectueele nieuwsgierigheid; hij speelt een gevaarlijk spel met Scotland Yard, weet zich op te werken tot den ‘baas’ van een complete vakorganisatie en ontsnapt ten slotte door de laatste maas van het politienet: de ontoerekenbaarheid. Een groot deel van zijn stuk besteedt de auteur echter aan het inbrekersmilieu en ook aan de groote ‘kraak’ zelf; dat stempelt zijn werk tenslotte dan ook tot thriller. Raskolnikofcomplexen blijven hier op den achtergrond, want dr Clitterhouse blijft tot op het laatste oogenblik gevangen in de passie voor het avontuur, waarin hij zich heeft begeven. In de eerste acte wordt aangeduid, dat hij met zijn experiment de wetenschap wil dienen; maar die wetenschap is hier meer een voorwendsel om Clitterhouse op ‘het hellend vlak’ van de misdaad te brengen en om zijn inbrekersmanipulaties een geur te kunnen geven van intellectueele bewustheid. Een man als Clitterhouse behoort in een spel vol spanning als dit geen ordinaire misdadiger te zijn, maar moet de ordeteekenen van de volkomen zelfbeheersching dragen.

Deze comedies (want als comedie moet men het geheel toch opvatten, ondanks een paar momenten, die anders van toon zijn) is zeker bijzonder afhankelijk van de qualiteit der opvoering. In de eerste plaats zal het karakter van experiment en spel er doorloopend in volgehouden dienen te worden, wil de toeschouwer op een gegeven oogenblik niet den indruk krijgen, dat het dubbelleven van Clitterhouse slechts een theoretische mogelijkheid is. Dit karakter nu heeft Paul Huf, de regisseur en speler van de titelrol, prachtig weten te bereiken en vooral ook weten vast te houden. Men ziet maar zelden regisseurswerk van Huf, maar dit voorbeeld doet verlangen naar meer; het is een uitstekende prestatie, deze vertooning, die misschien zelfs meer uit het stuk haalt dan de auteur er bij bewustheid ingelegd heeft. Ik denk b.v. aan de sublieme kleine scène tusschen dr Clitterhouse en zijn helper ‘Bodger’ Lee (J. Sternheim), een stukje tooneel, dat niet ten onrechte een open doekje kreeg; of aan het voortreffelijke, soepele samenspel tusschen Huf en Van Gasteren in het derde bedrijf, waar Benny Kellerman, die het andere leven van zijn compagnon ontdekt heeft, chantage komt plegen. De heele opvoering trouwens is een groot succes voor Huf als spelleider, terwijl zijn dr Clitterhouse hem gelegenheid geeft alle acteursqualiteiten waarover hij beschikt, ten volle te ontplooien. In deze opvatting is Clitterhouse van het begin tot het eind in gebaar en stem experimentator, tegelijk verdiept in en heerschend over zijn proefneming met de gevaarlijke elementen.

Louis van Gasteren als de heler Kellerman heeft hier een rol, die als geknipt voor hem is, Frits van Dijk, Dick van Veen en Bob de Lange zorgen voor een knappe typeering van de inbrekers, met Sternheim, dien ik al speciaal noemde. Nell Knoop is de verpleegster, die ingewijd is in Clitterhouse's dubbel leven, Paul Storm de advocaat, met wiens juridische inzichten de laatste noodsprong van den experimentator in verband staat, Oscar Tourniaire en Hein Harms vertegenwoordigen de politie. Stine Verluys als Kellermans vriendin Daisy valt alleen hier en daar wat uit den toon van het rosse leven, waartoe zij geacht kan worden te behooren.

Een bijzonder boeiende en in snel tempo gespeelde comedie dus, die het publiek ten zeerste heeft beziggehouden en zeer hartelijk applaus heeft geoogst.

M.t.B.