Lau Ezerman jubileert
25 Jaar aan het tooneel
Op 12 Febr. in Diligentia

Op 12 Februari a.s. zal de tooneelspeler Lau Ezerman in Den Haag zijn 25-jarig tooneeljubileum vieren. Een comité is gevormd, dat hem dien dag tot een onvergetelijken mijlpaal op zijn levensweg hoopt te maken. Ezerman jubileert in de revue ‘Dr A.B.C.’ van het A.B.C.-Cabaret onder leiding van Louis Gimberg.

De Amsterdamsche feestcommissie heeft in een circulaire geschreven: ‘Deze tooneelspeler zou er menigeen toe kunnen brengen, ernstige vergissingen te begaan: immers, als het publiek hem op de planken ziet, zou het geneigd zijn te denken: “dat acteeren kan toch zoo moeilijk niet zijn” of “zoo zou ik het ook nog wel kunnen leeren”. Want dat alles gaat met een gemak, het spel is zoo volmaakt natuurlijk, zoo verbluffend echt. Indien wij hem zouden moeten vergelijken met een of anderen schilder, zou het met Frans Hals kunnen wezen. Lustig, met den grond van diepen ernst; zichzelf en het vak geheel meester; nergens een teveel, een onartistieke overdaad. Een intelligente kop met allerlei verholen trekjes, die plotseling guitig te voorschijn komen. Een oolijkheid en goedheid over de heele, groote gestalte’.

Zoo inderdaad kent men Ezerman, een acteur, die altijd bescheiden op het tweede plan is gebleven. maar die daar dan ook dikwijls excelleert. Heel dikwijls is dat het geval: de acteur met de bescheiden functie is een man van het vak, die zich met volle toewijding geeft aan de beoefening van zijn beroep. Maar behalve dat vermoedt ook de tooneelbezoeker, die Ezerman niet kent, in hem een sympathieken mensch, zonder pretentie, en door en door hartelijk.

Heel wat rollen heeft Lau Ezerman (geboren te Rotterdam), die eerst voor den kaashandel was bestemd, in zijn 25-jarige carrière al gespeeld. Hij was al heel vroeg bij de...... film (teeken van den modernen tijd!); via de operette kwam hij bij Willem Royaards, waar hij een ‘man op den achtergrond’ werd. Wij zullen geen opsomming geven van zijn talrijke prestaties, maar bij deze gelegenheid er liever nog eens den nadruk op leggen, dat Ezerman in het A.B.C.-Cabaret van Gimberg een emplooi heeft gevonden, dat hem volkomen ligt. Zijn imposante gestalte moge dan al een dictatoriaal overwicht suggereeren, in zijn heele optreden is Ezerman een belangrijk, maar harmonisch zich voegend onderdeel van het aardige gezelschapje, dat een beter soort cabaret in Nederland met succes tracht te bevorderen.