Les jours heureux
Comédie van Claude André Puget
Galas Karsenty

Het stuk van gisterenavond is (wat tegenwoordig, dank zij de activiteit der Nederlandsche gezelschappen, wel meer voorkomt) dit seizoen al eerder in Den Haag gespeeld en wel door Het Masker. De intrige van deze comedie, waarin uitsluitend ‘pubers’ optreden, heb ik bij die gelegenheid al weergegeven. Als de kat van huis is, hebben de muizen vrij spel; wanneer de ouders om der wille van een overleden tante de stad hebben verlaten, gaat de jeugd een eigen leven leiden, dat een product is van haar onvolwassenheid en ongestyleerde vitaliteit.... tenminste, als er een aviateur uit de lucht komt vallen, die als een stralende halfgod de fantasie van twee nichtjes schijnt te komen verwezenlijken. ‘Verwirrung der Gefühle’: dat is de inzet van het niet heel belangrijke, maar wel geestig en gevoelig geschreven stuk van Claude André Puget, waarin drie meisjes en twee jongelingen, verstrikt in gewone jeugdige liefdesperikelen, door de komst van den gestranden vlieger Michel Bouilhet op een hevige manier door elkaar worden geschud. Marianne en Pernette, de twee nichtjes, zijn verliefd op Olivier en Bernard, de twee neven; zij fantaseeren, om den quasi-cynischen Olivier jaloersch te maken, een ontmoeting in Versailles, die zij gehad zouden hebben met een wonderman, 'n aviateur.... die tot hun eigen grooten schrik plotseling realiteit wordt tengevolge van een noodlanding. Michel zet door zijn charmante persoonlijkheid het heele ensemble op stelten, want Marianne en Pernette vergeten den fictieven opzet van hun fantasie en raken om het hardst onder de bekoring van den vreemdeling, vooral nadat hij met de heethoofdige knapen, die inderdaad flink jaloersch zijn geworden, slaags is geweest. Van een en ander komt bijna een ongeluk, maar de episode blijft episode en Michel verdwijnt weer, zooals hij gekomen is.... als een meteoor. Ook het zusje Francine (door den schrijver heel tactisch ‘uitgespaard’) blijkt inmiddels niet bestand geweest te zijn tegen zijn straalkracht, al haar flinkheid ten spijt.

De schrijver arrangeert zijn feiten met tooneeltalent; hij mengt een wat literaire, maar toch heel aannemelijke puberteitspsychologie met de romantiek van het onwaarschijnlijke en schrijft een levendigen dialoog vol humor. Het inleidend eerste bedrijf valt ons wel wat lang, maar in de twee volgende acten wordt het tempo versneld, en wij vallen van het eene spannende drama in het andere. Tot de fatale Michel het veld ruimt en men kan verwachten dat ook de ouders binnenkort weer in hun rechten zullen treden. Hetgeen men, met alle respect voor de gunst, waarin de puberteit tegenwoordig bij de opvoeders zoowel als bij de makers van tooneelstukken en romannen staat, voor het welzijn van het heele stel niet onvoordeelig kan achten....

* * *

De vergelijking van de Fransche en Nederlandsche voorstellingen is in dit geval bijzonder merkwaardig, omdat de regisseur Jean Wall zoowel voor de eene als voor de andere opvoering verantwoordelijk is; een uitzonderingsgeval, dat zich wel niet zoo spoedig zal herhalen! Inderdaad was de ‘atmosfeer’ in beide opvoeringen ongeveer gelijk, en trouwens ook het niveau van de spelers; het zou niet gemakkelijk zijn aan den een of den ander de voorkeur te geven. In het algemeen kan men, dunkt mij, wel zeggen, dat het mannelijk deel van de bezetting bij de Franschen iets overtuigender was dan bij de Nederlanders. In de eerste plaats markeerde de Olivier van Gérard Oury veel scherper de combinatie van jongensachtigheid en cynische blague dan Leo de Hartogh dat deed; Jean Gall had als Bernard op zijn Hollandschen collega Rétel voor, dat hij het sukkelelement in deze aardige figuur iets minder overdreef; en Michel, de aviateur (Christian Gérard), was weer iets minder ‘vriendelijk’ dan Adolphe Rijkens. Dit zijn echter geen van alle verschillen, die van groot belang zijn. Wat de dames betreft: hier zou men zeker voor ‘gelijk spel’ willen pleiten. Men zag gisteren een uitstekende romantische Pernette (Jacqueline Roman), een misschien iets te oude Marianne (Florence Lynn) en een kittige Francine (Denise Pezzani), zonder dat men door deze stuk voor stuk zeer aannemelijke creaties de Nederlandsche actrices overtroffen kon achten.

Concludeeren wij dus tot pari, en sluiten wij ons aan bij het applaus voor de Franschen.

M.t.B.