Je kunt 't tòch niet meenemen
You Can't Take it With Youvan Moss Hart en George S. Kaufman
Centraal Tooneel

Het is zeker niet mogelijk in werkelijkheid een menagerie bijeen te brengen van de zeldzame en kostbare menschentypen, die de schrijvers van ‘You can't take it With You’ in dat blijspel bijeen hebben gebracht door middel van een overrijke fantasie. Als zoo dikwijls, gaat ook hier de waarheid op, dat de verbeelding zich door de werkelijkheid de wet niet laat voorschrijven. Dit stuk heeft het voorrecht, dat het ons de menschen van de anti-efficiency kan laten zien in een soort Yellowstonepark; zij leven in een huiskamer, men weet niet precies, hoe zij zoo bij elkaar zijn gekomen, maar zij komen allen zonder uitzondering in dit opzicht overeen: dat zij leven volgens de spontane opwellingen van hun kinderlijk wezen, en dat zij daardoor meer geluk vinden dan de menschen, die zich afsloven in dienst van Wallstreet.

Zij zijn geenszins zonder ernst, deze menschen in het huis van grootvader Martin Vanderhof, integendeel: men moet den vuurwerkmaker Paul Sycamore met zijn hulpje mr de Pinna gespannen aan het werk zien bij het aanrichten van ontploffingen, om te weten, dat zij degelijke bedoelingen hebben en zich inspannen! Alleen: zij gehoorzamen niet aan de wet der efficiency, die een nerveuze spanning brengt in het bestaan; zij spelen ernstig, omdat zij voldoende vitaliteit hebben om in het spel behagen te vinden, zij hebben de ‘taak’ niet noodig voor hun levensvervulling. De een maakt vuurwerk, de ander schrijft romannen en drama's, een derde drukt voor zijn pure pleizier head lines, waarvan hij den zin niet eens begrijpt, een vierde danst, een vijfde is Rus in ballingschap en als zoodanig reeds een spel van de cultuur; maar zij hebben allen dien ondergrond van naieven ernst, die het spel zoo overtuigend en gelukscheppend doet zijn. Homo ludens....

‘You Can't Take it With You’ is een heerlijk stukje spot met den Amerikaanschen wil ‘om er te komen,’ die de menschen volmaakt doet vergeten, waar zij dan eindelijk willen komen met hun jachten. De oude heer Vanderhof, centrum van dit sympathieke gekkenhuis van verstandige wezens kreeg vijf en dertig jaar geleden de lucht van deze dwaasheid.. en hij ging zich ontspannen. Hij besmette blijkbaar zijn omgeving, want alle menschen in zijn woonkamer ontspannen zich en gaan hun eigen gangetje. Doordat zijn kleindochter Alice genegenheid opvat voor den zoon van een groot zakenman en deze Kirby met zijn vrouw over den vloer komt bij Vanderhof, ontstaat er een conflict tusschen het vrijwel geïsoleerde ‘spelende’ milieu van deze familie en de Amerikaansche eficiency-moraal. De beschrijving van deze botsing, voortkomend uit de sfeer van het huis, is de hoofdzaak van het stuk; in die beschrijving munten de auteurs uit, en zij verstaan de kunst om geen oogenblik in het cliché te vervallen. De dolste verrichtingen van ‘spelende’ menschen (dansen, xylophoonspelen. met pijltjes gooien etc. etc.) raken en snijden elkaar hier in die sfeer van verdraagzaamheid, waarin de wet der sociale zwaartekracht schijnt opgeheven te zijn. Iedereen gaat zijn gang, en er is bovendien nog een losse, soepele vorm van samenleving tot stand gekomen, die zulk een leven ook materieel mogelijk maakt. Er valt in dit huis van alles binnen.. en het wordt geabsorbeerd als de natuurlijkste zaak ter wereld, of het nu een dronken actrice dan wel een Russische grootvorstin is. Ook de deftige Kirby wordt tenslotte week gemaakt, want heeft hij niet zijn liefhebberijen, die zoo nauw verwant zijn aan het leven dergenen, die zaaien noch maalen, maar teren op den boer, volgens het woord van Vondel?

In deze comedie is de handeling bijzaak, zijn sfeer en dialoog alles. Zij zijn ronduit kostelijk, zij geven aan het stuk de charme van een circusvertooning en een satire tegelijk; de drie bedrijven loopen over van verrassende vondsten. De onschuld van een paradijsgeluk is in het huis van Martin Vanderhof teruggekeerd, dank zij een hoogere werkeloosheidsmoraal t.o.v. de maatschappij; ‘you can't take it with you’, waarom zou men dan zooveel moeite doen om kapitalen te vergaren en de wereld te regeeren? Er zijn altijd genoeg menschen, die zich voor hun pleizier aan het werken wijden, zegt de oude Vanderhof; welnu, laten zij werken, maar laten zij dengenen, die een gelukkiger aard hebben, want aanleg voor het spel om het spel, hun mierenmoraal niet opdringen! Achter den naïeven blijspelvorm van het stuk kan men deze hoogst serieuze probleemstelling overal ontdekken.

* * *

‘You Can't Take it With You’ is als geschapen voor het Centraal Tooneel en het is wel bijzonder verdienstelijk geregisseerd door Cees Laseur, in wiens handen ook de zwaarbloedige mr Kirby is, waarop de schrijvers den geheelen last van de maatschappelijke soliditeit hebben afgewenteld (naast Sara Heyblom als zijn preutsche en in haar preutschheid toch zoo openhartige echtgenoote). Deze rollen zijn door hun soberheid uitstekend verantwoord, maar niet minder al de ‘spelende’ menschen; Cor Hermus' kostelijke argelooze, maar ook slimme grootvader, Jan van Ees' sloome, soezende vader, Chris Baay's aandoenlijke mr de Pinna, Gerard Schilds enthousiaste drukker-xylophoonspeler. Bijzondere natuurlijkheid legt Mary Dresselhuys in haar spel als de danslievende Essie (hoe ongedwongen de balletbewegingen in deze huiskamer!); Sophie Stein voldoet zeer wel als de drama schrijvende en schilderende moeder, Joan Remmelts en Peronne Hosang hebben alle eer van het Russische emigrantenbloed, dat zij hier over de planken laten zieden, terwijl Ans Koppen en Arend Hauer zich geheel inleefden in hun rol van kleurling. In het verliefde duo, dat de handeling in gang zet, zou men zich Tony Kirby anders, subtieler denken dan Jan Teulings hem speelt; hij is nu de mindere van Rie Gilhuys als Alice. Maar afgezien van de individueele prestaties: welk een soepel samenspel, met name in die scène van complete geluksanarchie, waarin ieder het zijne verricht en de chaos toch geen oogenblik een gevaarlijk karakter krijgt!

Een volle schouwburg heeft deze genuanceerde vertooning, vol van den besten humor, met geestdriftig applaus ontvangen.

M.t.B.