Mijn verloofde Vader
Blijspel van Johann von Bokay
Het Nederlandsch Tooneel

Niet voor het eerst wordt op het tooneel ‘de man van vijftig jaar’ vertoond; hij is ons al in diverse vormen verschenen (als ridicule rest van een verleden tijd, of als oude verleider), maar de Hongaar Johann von Bokay weet in zijn comedie ‘Mijn verloofde vader’ toch weer een nieuwe en origineele wending aan het oude probleem te geven. Hij beschouwt het overwicht van den man van vijftig met veel humor, wij zouden haast zeggen: met veel technischen humor; hij laat het den man van vijftig afleggen tegen de jeugd van pl.m. twintig, maar zonder dat het tot al te bloedige conflicten is gekomen. De weduwnaar Faber, die een jonge vrouw wil nemen, omdat hij zich jong voelt, krijgt een lesje van zijn dochter, die hem een ‘gelijkenis’ voor oogen stelt: zij doet, alsof zij met haar eveneens vijftigjarigen oom Frans wil trouwen, en tegen deze openbaring van de realiteit is papa niet bestand Hij, die zoo gemakkelijk het amoureuze terrein wist te verdedigen tegen zijn medeminnaar Helly, een blaag van de jongere generatie in folio, hij bewijst ten slotte zijn superioriteit in de liefde door ‘het af te maken’, volgens alle regelen van de door hem zoo feilloos beheerschte kunst. Faber heeft zijn bezinning teruggekregen en zoo zijn positie met eere herwonnen.... maar voor hoe lang? Het einde van het laatste bedrijf voorspelt ons, dat de mannen van vijftig onverbeterlijk zullen zijn, als het avontuur zich weer op hun weg voordoet....

Het amusante gegeven is zeer amusant uitgewerkt: geheel in den blijspeltoon, en zonder speciale psychologische ‘verdieping’, maar onderhoudend en vaak geestig. De nadruk valt vooral op den vijftiger, maar Helly, het meisje, waarin hij plotseling een nieuw leven meent te hebben gevonden, is ook heel goed volgehouden. Zij bezwijkt voor den ‘technisch meerdere’, hoewel haar instinct haar op haar leeftijdgenoot Ulli zou moeten aanwijzen, en zij wordt met ‘technische meerderheid’ ook weer bedankt door den tot bezinning gekomen Faber. Door hetzelfde geval, maar nu bij wijze van grap en waarschuwend exempel, zich te laten afspelen tusschen Fabers dochter Joice en oom Frans, heeft de auteur de tragi-komische situatie met virtuositeit weten uit te buiten; want oom Frans is juist even de caricatuur van Faber, en Joice is veel verstandiger dan Helly, omdat zij in werkelijkheid van den jongen Herbert houdt. Eén ding is misschien niet geheel loyaal: de schrijver had op zijn minst ook moeten aanduiden, dat de jonge mannen vaak een voorkeur hebben voor oudere vrouwen. Hij had daardoor de situatie nog iets gecompliceerder kunnen maken dan zij nu al is....

* * *

Wat zal men van een stuk als dit meer verlangen dan dat het amusant gespeeld wordt? Welnu, het wordt amusant gespeeld, al is er verschil in raffinement tusschen de diverse spelers. Constant van Kerckhoven brengt als Faber zeer sterk het komische element in de rol naar voren, maar hij doet het zoo, dat men ontwapend wordt en graag over het hoofd ziet, dat, er een paar nuances meer uit deze figuur te halen zouden zijn; gelijk b.v. Myra Ward doet, die van Joice een zeer levende, geschakeerde en vooral pittige interpretatie geeft. Een knap stuk werk, waaraan Jenny van Maerlant als Helly nog allerminst kan tippen al brengt zij het er met de twee jongelui Herbert en Ulli (H. Bentz van den Berg en Floor Middag) werkelijk wel aardig af. Louis de Bree is een charmante oom Frans, dien men echt meer succes in de liefde had gegund, en Lena Kley speelt met gelatenheid de oude huishoudster, die de erotische idealiseering der vijftigers al lang door heeft voor de anderen

In een frisch en smakelijk décor van Karel Bruckman heeft een en ander het best gedaan en veel applaus ontketend. De regie was van Cor van der Lugt Melsert, die zelf door ziekte verhinderd is de rol van Faber te spelen.

M.t.B.