Mass und Wert

Reactie op het geval Oostenrijk
De Duitsche Jacobijnen

MASS UND WERT, het tweemaandelijksche tijdschrift voor vrije Duitsche cultuur onder leiding van Thomas Mann en Konrad Falke, staat in de Mei-Juni-aflevering uiteraard in het teeken van Oostenrijk. De reactie op den Putsch is uiterst waardig, maar ook zeer positief; men had trouwens van deze zijde niet anders verwacht. Anton Donner geeft een overzicht van de gebeurtenissen, die aan den dood van het zelfstandige Oostenrijk voorafgingen, en behandelt speciaal het conflict tusschen Dollfuss en de sociaal-democraten, waarmee de tragedie eigenlijk begint. Dit alles is in zekeren zin ‘nakaarten’, maar in het gegeven geval is een moraal post festum geen overbodige weelde. Van belang is in de eerste plaats, dat de Oostenrijksche cultuurschakeering uit de Duitsche wereld verdwijnt, opgeofferd aan de gelijkschakeling volgens het ‘volks’-principe.

Een bijdrage, die eveneens in verband gedacht kan worden met hét Oostenrijksche drama, is een belangwekkend opstel van Ferdinand Lion over ‘Goethesche Politik’, waarin Goethes verhouding tot de macht en zijn voorliefde voor de bemiddeling tusschen de extremen wordt ‘toegepast’ op de tegenwoordige politiek. Dit geeft Lion aardige hypothesen in de pen, al kan men moeilijk over het hoofd zien, dat de ‘toepassing’ van Goethe op het heden altijd een spel met de onomkeerbaarheid van het historisch gebeuren blijft.... aangezien Goethe in 1938 ook Goethe niet zou zijn....

Ook de ‘Politische Gedanken’ van den historicus Golo Mann hebben gedeeltelijk betrekking op Oostenrijk; zij verrassen door een scherpe en origineele formuleering. Uitstekend is b.v. dit aperçu over den totalen staat:

‘Wat na den totalen staat moet komen, is daarom zoo moeilijk voor te stellen, omdat de totale staat de totale paradox is, en tegengestelde mogelijkheden, van geaardheid vijandig, opgeslorpt heeft, zoodat hij naar verschillende kanten evolueeren kan, zonder echter op te houden met zichzelf identiek te zijn’.

Juist is ook, wat Mann zegt over het nationaal-socialisme als het ‘Duitsche Jacobijnendom’. ‘Het Duitsche Volksgenosse komt overeen met het Fransche citoyen, het Duitsche Volk met het Fransche une et indivisible. Weliswaar moet men de vergelijking tusschen historische verschijnselen nooit al te ernstig bedrijven; maar klaarblijkelijk is het hedendangsche Duitsche centraliseeren een inhalen, voortzetten en overbieden van het Fransche’.

Verder bevat de aflevering een voortreffelijken dialoog van Ignazio Silone over Machiavelli (in den vorm van een satyre); een opstel, dat de beteekenis van den Florentijnschen politicus en theoreticus alle recht doet wedervaren. Ook Nicola Chiaromonte, een der belangrijkste Italiaansche essayisten, behandelt hier de positie van Machiavelli, in een diepgaande analyse van het boek van G.A. Borgese, ‘Goliath, the March of Fascism’ (in Nieuw-York verschenen). Ook wat de schr. daarin over Mussolini en de Dante-mythe zegt, is zeer de moeite waard.

Thomas Mann geeft een fragment uit ‘Lotte in Weimar’, Oskar Goldberg een studie over de Gricksche tragedie.

M.t.B.