Menno ter Braak
aan
N.A. Donkersloot

Den Haag, 11 november 1938

11 Nov. 1938

Amice,

Uit je antwoord blijkt mij, dat het niet tot je is doorgedrongen, dat mijn briefje een poging was om op vriendschappelijke wijze een geschil, dat mij door het feit van zijn bestaan hinderde, op te ruimen... en dus geen aanbod van een capitulatie, maar van een bespreking. Ik heb niet de minste reden, om den toon dien je in dit antwoord aanslaat en die meer lijkt op dien van een zedelijkheidsdictator dan van een humanist, te accepteeren.

Ik deel je dus mede, dat ik van een bespreking over deze quaestie afzie. Iemand die zoozeer overtuigd is van zij eigen voortreffelijkheid, dient niet in dat geloof gestoord te worden. Ik zend van dezen brief een copij aan Greshoff.

Menno ter Braak

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie