G.B.M. van Etten-Sjoukes
aan
Menno ter Braak

Balikpapan, 16 mei 1929

Balikpapan 16 Mei 1929

Beste Menno,

't Is Donderdagavond: mailavond, dewelke mijn beminde echtgenoot en ik altijd schrijvende, tegenover elkaar gezeten aan de groote eetkamertafel, doorbrengen. Mijn vaste wekelijksche correspondentie: ouders en Nell (jou, hoop ik, nog welbekend) is al gisteren afgemaakt en dus heb ik nu eens mooi de tijd om je brief van 28 Maart, die alweer een paar weken hier is, te beantwoorden.

Ik ben benieuwd in welke functie je deze letteren ontvangt, als baanloos literator of als gevestigd leeraar - ambtenaar. Mogelijk zit je zelfs wel in een achterhoek van de provincie, dat schrikbeeld, waar je zoo'n afkeer van schijnt te hebben. En toch, als je 't vergelijkt met onze situatie (oerwoud, fabrieken, boortorens, 3e rangs inlanders) dan ben je in Roodeschool, Breskens etc. werkelijk nog goed af. Je stapt op een stoomtram (in 't allerergste geval) en bent tenslotte binnen afzienbare tijd in een beschaafde wereld. Bij Balik Papan vergeleken is 't ergste provinciestadje in Holland een paradijs.

In dit verband moet ik je even vertellen, wat in de laatste 6 maanden ons eenig kunstgenot geweest is... een liederenavond van de goedwillende, maar aftandsche Mevrouw A. Wensma-Klaasen. Erg, hè? Maar binnen kort wachten ons wijdsche en verrukkelijke genoegens: we gaan met Javaverlof d.w.z. reizen 3 dagen per boot naar Soerabaja en vertieren ons dan 3 weken op Java, waarvan 2 weken logeeren bij Friede. Vooral dat laatste is iets, waar ik me zoo hevig op verheug, dat ik erbij de angst heb, dat er soms iets tusschen zou kunnen komen en we ervan verstoken blijven. 't Is werkelijk een zalig vooruitzicht: 'n oude vriendin, en dan nog Friede, waar ik zoo ‘reuze prettig mee praten kan’ (een geste, die ik hier met niemand kan organiseeren, behalve met Eddy en er zijn toch altijd dingen, waar een vrouw alleen maar genoegelijk met een andere vrouw over kan praten). Enfin, 't is buitengewoon plezierig.

Eddy vindt 't ook erg genoegelijk: hij kan 't met Vic (man van Friede) heel goed vinden; ze gaan samen bergen beklimmen (wij meisjes blijven dan samen bij de 2 Katwijk spruiten) en gevieren gaan we natuurlijk ook van allerlei ondernemen.

Je wordt toch zoo eigenaardig op een ondernemingsplaatsje als Balik Papan is, b.v.b.: we verlangen alle twee als kinderen naar 't winkelen in Soerabaya en Bandoeng, alsmede naar gewone café's en restaurants (hier is alleen de Soos en éen maatschappijwinkel). Je kunt je dat natuurlijk niet indenken, 't is ook alleen maar te snappen door lieden, die 't meegemaakt hebben. Nu ik 't voorgaande overlees, kom ik tot de ontdekking, dat 't net lijkt, alsof ik hier niet tevreden ben. En dat is niet zoo hoor. De huwelijke staat, die we nu reeds 1 _jaar beleven, bevalt me nog steeds bijster goed en manlief vergoedt me alle gemis. Hij is werkelijk buitengewoon (voor mij dan!).

Maar nu eerst eens iets over je brief: Jammer, dat je zoo weinig meer aan Dick hebt; wanneer je hem eens bezoekt, doe dan ‘de hartelijke groeten van Ine’. Ik vond hem altijd een groote sympathie en betreur 't, dat jij, door zijn vrouw, hem minder ziet. Ik kan me precies voorstellen wat voor type ze is, naar aanleiding van je beschrijving van haar in een vorige brief.

Je lezingen van en met Liga-films moest je hier eens houden. Je zou je groen en geel ergeren. Er zouden misschien 10 menschen zijn, die 't zouden waardeeren. Onze films hier bestaan uit Metro-Goldwyn-M., Paramount en Gamisch (de laatste uitsluitend leverancier van Harry Liedke en Lya Mara). En er zijn toch films bij! Nee, zóo stom in alle opzichten: fotografie én regie én spel, enfin 't summum van niet-kunnen. Laatst een film met Conradt Veidt. Ik herinnerde me nog die film ‘De man met de wassenbeelden’, waarin hij Iwan de verschrikkelijke zoo goed speelde en in deze Amerikaansche film was hij minder dan niets, gewoon een houten pop. We hebben ons lidmaatschap van de bioscoop dan ook maar opgezegd en zoeken zaterdagavond ons eigen plezier.

Je raad om Amerikanen te lezen zal ik opvolgen voor zoover ik 't al niet gedaan had, 't zijn nl. de eenige boeken, die hier goed en veel in de bibliotheek zijn (we hebben immers veel Amerikaansche burgers hier als employee's). Van Lewis had ik al veel in Holland gelezen, laatst las ik nog ‘Arrowsmith’. Ik vind 't niet zijn gelukkigste creatie. Heb jij ‘The Tattooed Countess’ van Von Vechten wel eens doorgehad? Wel aardig.

De prestaties van Mejuffrouw Fannie Hurst kan ik met de beste wil niet apprecieeren. Alleen geeft 't je een idee, hoe heel anders alles in Amerika is ingericht op alle mogelijk gebied. Weet je, wie geruime tijd in Amerika heeft gezeten en waarschijnlijk nog zit: Claartje den Hartog! Die studeert daar aan een of ander college. Daarvóór heeft ze eerst een tijd bij haar broer gelogeerd en ook allerlei betrekkingen bekleed voor de pure aardigheid o.a. butler bij een millionairsfamilie. Ze heeft mij heele geestige brieven over al die avonturen geschreven.

Manlief draaft op 't oogenblik onze logé na. Als verklarende omstandigheid diene, dat die logé een hond is, een Pekineesje, de eenige rashond alhier, eigendom van een chef van Eddy, die 3 weken weg is en zijn hondje bij ons besteed heeft. 't Is een heel gedoe: iedere dag borstelen, om de dag baden, oogjes uitwasschen. Onwijs, mijns inziens! Maar je kunt zooiets moeilijk weigeren, en ik kan niet anders zeggen dan dat 't hond zelf werkelijk een aardig beest is. Maar aangezien noch Eddy, noch ik veel voor hond-adoratie voelen, is 't aan ons niet besteed.

Nieuws heb ik niet te vertellen: na ons Javaverlof hoor je natuurlijk veel over Friede en entourage. Ik zal haar zeker je groeten doen. Ze heeft nu 2 kinders à 2½ en 1½ jaar, die ze zéér adoreert. Verder kan ik nu niet over haar schrijven, ik heb haar sinds Januari '28 niet meer gezien en weinig brieven ontvangen, maar áls ze schreef, was 't weer dezelfde Friede van vroeger. Maar in een volgend schrijven hoor je daar méer van.

Nell is verloofd. Leuk! Ze schijnt een jongeman uitgekozen te hebben, die volgens haarzelf en vele anderen op mijn lieve gemaal lijkt. Wel verwante zielen zijn we toch, Nell en ik.

En nu maak ik hier een eind aan. Hierbij eenige foto's, die je een indruk geven van ons huis, de kust achter onze wooning enz. Eddy prijkt op verschillende ervan in allerlei standen. Hij is veél aardiger nog in werkelijkheid.

Ontvang vele groeten, ook van Eddy, maar speciaal van

je Ine

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie