J.H.F. Grönloh
aan
Menno ter Braak (Eibergen)

Amsterdam O., 27 juli 1933

Antwoord 27 juli:

Het was mij aangenaam Uw briefje te ontvangen. Ik vind het altijd prettig weer eens een vriend van mijn werk te ontdekken.

Als medewerker aan een tijdschrift kom ik niet in aanmerking.

Gaarne zal ik U bij gelegenheid ontvangen. Ik vrees echter dat ik U moet schrijven, wat Heine schreef over Napoleon toen hij van St. Helena naar Parijs werd overgebracht: [‘Sie werden einen sehr stillen Mann an ihn (mir) haben!]

Wij zeggen hier nog altijd ‘hatti’ en ‘datti’ als in 1900 en daarvoor

Met vr. groeten hoogachtend

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie