D. Hans
aan
Menno ter Braak (Den Haag)

Den Haag, 11 mei 1939

Zeer geachte heer Ter Braak,

Oprecht dank voor uw schrijven. Toen ik enkele dagen geleden het bericht van uw ontslagaanvraag vernam, schrok ik zeer! Want in mijn geest kwam de mogelijkheid op, dat de door ons gevoerde polemiek dit conflict kon hebben uitgelokt. En dat zou mij ontzaglijk hebben gespeten: met een dergelijke mogelijkheid voor oogen zou ik zeer stelling dit gevecht in de krant niet zijn begonnen Met dit ‘begonnen’ bedoel ik mijn vroegere studies.

Doorslag: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie