Menno ter Braak
aan
Willem Kloos

Den Haag, 16 oktober 1934

Den Haag, 16 October 1934.

Den Weledelgeb. Heer

Willem Kloos

Regentesselaan 176,

's-Gravenhage.

Weledelgeboren Heer,

Wij doen U ingesloten toekomen den tekst van een enquête, dien wij tevens aan verschillende andere vooraanstaande figuren op letterkundig gebied hebben gezonden. Gaarne vestigen wij door deze regelen nog even Uw bijzondere aandacht op deze enquête; wij zullen Uwe medewerking, waarvan het welslagen van deze poging mede afhankelijk is, zeer op prijs stellen.

Hoogachtend,

Menno ter Braak

[Enquête:]

L.S.

Er bestaat in Nederland een litteraire traditie, die ten nauwste samenhangt met de in Nederlandsche litteratuurgeschiedenissen neergelegde opvattingen over schrijvers en boeken, waarvan men kan zeggen, dat zij een rol van eenige beteekenis in ons cultuurleven hebben gespeeld. Het ligt echter voor de hand, dat door het ontstaan van tradities bepaalde individueele gezichtspunten sterk naar voren komen, andere daarentegen op de achtergrond worden gedrongen; schrijvers worden door omstandigheden vaak buiten hun ‘schuld’ beroemd, maar anderen worden nooit meer genoemd; boeken komen door sociale, economische en andere omstandigheden in het volle licht der schijnwerpers, maar andere raken in het gedrang en worden vergeten. Terecht, ten onrechte? Op die vraag zal ieder naar eigen inzicht antwoord geven; de verschillende antwoorden zullen echter ieder voor zich van groot belang zijn bij een vergelijking met wat de litteraire traditie inhoudt.

De redactie Kunst en Letteren van ‘Het Vaderland’ heeft daarom het voornemen opgevat vooraanstaande figuren in de Ned. en Vlaamsche letterkundige wereld van uiteenloopende richtingen te verzoeken eenige vragen te beantwoorden, ten einde het publiek eenig inzicht te geven in de individuele schommelingen van het waarde-oordeel.

Deze vragen luiden als volgt:

1e. Zijn er volgens uw inzicht in de Ned. Litteratuur schrijvers of boeken, ten aanzien waarvan gij meent te mogen constateeren, dat zij stelselmatig overschat worden?
2e. Zijn er volgens uw inzicht in de Ned. Litteratuur schrijvers of boeken, ten aanzien waarvan gij meent te mogen constateeren, dat zij stelselmatig onderschat worden?

Het ligt natuurlijk niet in onze bedoeling dat bovenstaande vragen alleen met namen en titels worden beantwoord; het zou der redactie aangenaam zijn een met redenen omkleed oordeel te mogen ontvangen, waarbij zij aan een maximum van 450 à 500 woorden denkt.

De antwoorden op deze enquête zullen achtereenvolgens in het avondblad van ‘Het Vaderland’ worden gepubliceerd. Het spreekt vanzelf, dat het doel slechts bereikt wordt, wanneer de deelneming der uitgenoodigden algemeen is. In een slotconclusie hoopt de redactie dan een overzicht te geven van de voornaamste tendenties, die in de schommelingen van het waarde-oordeel waarneembaar zijn.

Wij zullen de antwoorden bij voorkeur zoo spoedig mogelijk ontvangen (te adresseeren: Kunstredactie ‘Het Vaderland’, Parkstraat 25 's-Gravenhage) en zien uiterlijk 10 Nov. de laatste inzendingen tegemoet. Wij betuigen bij voorbaat onzen hartelijken dank aan hen, die ons initiatief door een actieve medewerking ondersteunen.

Dagbl. ‘Het Vaderland’

Red. Kunst en Letteren.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie