N.P. van Regteren Altena
aan
Menno ter Braak

Tiel, 14 juli 1928

Tiel 14 Juli 28

Amice,

De nadere verklaring van mijn overbodig [in Grieks schrift] kommentaar is niet, dat er tusschen de familie ter Braak of v. R.A. en Legrom iets zou zijn voorgevallen, maar 't blijkt meer en meer dat er niemand is onder leeraren en leerlingen die hem als mensch waardeert en dat de meesten de huldiging als een lolletje opvatten, en nu hoop ik dat je het met ons eens zult zijn dat de verregaande onwaarachtigheid van deze huldiging getuigt van zooveel smakeloosheid en vulgair scepticisme, dat een fatsoenlijk mensch er niet aan mee kan doen. Ik zelf zal me tot het allernoodzakelijkste beperken.

Het deed me eigenlijk genoegen dat je niet in Baarn benoemd bent, want ik weet dat deze school toegewijde krachten zoekt, en van je toewijding ben ik in dezen niet overtuigd. Het is voor jou meer de noodzakelijkheid om je brood te verdienen, die je drijft tot een betrekking, die je anders waarschijnlijk niet zoudt hebben gekozen. Daarom lijkt me die Amsterdamsche H.B.S. meer geschikt, en die Mach-philosoof met zijn positivistische kijk en, naar je vermoedt, strenge opvatting van tucht, orde enz. is m.i. beter geschikt je eerste schreden op 't glibberig pad zoo noodig te leiden en te schragen. Ik vermoed dat de keus op Binnendijk gevallen is vooral om zijn uiterlijk, dat een doortastende meer aggressieve indruk geeft dan jou meer afwachtende, beschouwende natuur die uit al je bewegingen doen en laten spreekt. Iemand als Vorderhake geeft voor de praktijk heel weinig om een doktorstitel, tenzij dan als blijk van bekwaamheid, maar deze laatste kon hij in den redacteur der Vrije Bladen toch ook wel vermoeden.

Wij zien hier met verlangen uit naar goede berichten over je moeder.

Ik hoop dat we elkaar in de Gr. Vac. nog wel eens zullen zien en spreken.

Met vr.gr. van alle Tielenaars

H.

Oom Nico

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie