Menno ter Braak
aan
Rombout van Riemsdijk

27 september 1935

27 Sept. 35

Zeer geachte Heer van Riemsdijk

Hoewel ik na ons telefonisch onderhoud van hedenmorgen het ‘incident’ inzake het Vl. Volkstoneel als gesloten beschouw, [onleesbare passage] achter mijn rug om had verwacht. Ik zou daarom eens voor altijd schriftelijk willen vastleggen, dat ik belangstelling toon voor de dingen, die U onderneemt, omdat zij mij de moeite van de belangstelling waard schijnen. Kirsanova-Schwezof, de Salzburger Marionetten, de Pfeffermühle kunnen U onmogelijk aanleiding geven om te zeggen, dat ik U medewerking voor de publiciteit heb geweigerd. Als U daaruit echter de conclusie trekt, dat de critiek in het ochtendblad perse gunstig zal uitvallen, vergist U zich, ik behoud mij, bij alle belangstelling, mijn critische vrijheid in alle opzichten voor.

Het voorbeeld van het Vl. Volkstooneel is duidelijk. Ik meen, dat het streven op zichzelf, om hier het tooneel, dat in het Zuiden een zekere beteekenis heeft voor het cultuurleven, steun verdient; op die gronden heb ik een groot interview met Staf Bruggen in Het Vad. gepubliceerd. Dat mij de prestaties van het gezelschap in eenige opzichten zijn tegengevallen (mijn critiek was niet eens positief ongunstig!), is een zaak, die mij voor Uw belangen spijt, maar die ik niet onder stoelen of banken wil steken. Ik had gedacht, dat U dit zonder meer duidelijk zou zijn; en ook nu nog veronderstel ik, dat U niet de gelijke bent van filmscharrelaars en aanverwante mij bekende grootheden, die aan het feit van een aan een criticus aangeboden kopje koffie meenen op een vleiend oordeel over hun productie te kunnen rekenen. Omgang met impresario's vermijd ik zooveel mogelijk, juist omdat ik niet naïef ben en mijn onafhankelijkheid boven alles stel; dat ik omgang met U niet heb vermeden, kan U bewijzen, dat ik van U ook geen impresario-rancune verwachtte.

Een en ander niet om ‘na te kaarten’, maar om der wille van een volstrekte duidelijkheid. U kunt, zoodra u belangrijke dingen brengt, even als vroeger op mijn steun rekenen.

m.v.gr. en hoogachting,

Doorslag: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie