Journaal

Fransche avantgarde

Kirsanoff, de man die met een 2e handsch kamera achterop een vrachtauto Parijs opnam voor zijn film ‘Ménilmontant’, is thans, met de noodige middelen en technici uitgerust, naar het Zuiden vertrokken voor een groote historische superfilm ‘Le Croisé’.

 

René Clair's ‘Chapeau de Paille d'Italie’ is thans in een gewone bioscoop vertoond. Echter niet in Frankrijk zelf, maar in het Tauenzienpalast te Berlijn, onder den titel ‘Florentinerhut’.

[p. 290]

[10]

 

Jean Epstein is na de voltooiing van zijn speel-‘La Chute de la Maison Usher’ begonnen aan de film ‘Finis Terrae’ spelende op de Bretonsche eilanden en verder op volle zee.

 

Op 23-jarigen leeftijd overleed te Parijs Roger Gauthier, de medewerker van den ‘absolutist’ Chomette, ‘un réalisateur de demain’, van wien men groote verwachtingen had. Zijn eerste zelfstandige film ‘Visages’, waarvoor hij het scenario geschreven had en waarvan hij reeds met de opnamen een eind gevorderd was, heeft hij echter niet mogen voltooien.

 

Ook te Montpellier en Nimes zijn thans ‘cinéclubs’ gevormd voor het vertoonen van avantgarde-films.

In de Fransche bladen lezen wij eenige records: ‘Ben Hur werd te Parijs 18 maanden lang vertoond, hetgeen een uitdaging beteekent aan den kampioen ‘De Groote Parade’, die te Londen 98 weken liep. Geen wonder, dat de moderne film buiten de avantgarde-theaters geen kans heeft.

 

Iwan Mosjoukine is voor een jaar door de Ufa aangekocht, in de eerste plaats voor een nieuwe superproductie: ‘Manulescu, Koning der Avonturiers’. Twee operaties hebben Mosjoukine's kin ronder en zijn neus platter gemaakt. Of dit met opzet of per ongeluk geschiedde, meldt de historie niet.

 

H.S.