[p. 43]

Verzet

 
Toen zei de man: ik ben moe;
 
vijand, laat van mij af;
 
ik verweer mij niet meer;
 
ik lig nog maar wat en wacht af
 
of ik gehaald word vannacht. -
 
en de priester: ik breng u den Heer....
 
maar hij, met een laatsten slag
 
sloeg het kruisbeeld weg van zijn mond
 
en krijschte: ga weg -
 
neem mijn laatst bezit mij niet af:
 
mìjn zonden gaan mee in mìjn graf.

H. Marsman