[p. 1171]

De Keerzijde

Gekleurde woorden

Bij de lezing van Hendrik van Loon's Rembrandt (in duitsche vertaling) ontmoette ik den naam Jake Jordaens. In het duitsch is deze Jake zeker nogal vreemd, maar ook in het hollandsche of vlaamsche landschap past hij nogal slecht. Dank zij den familienaam en de hulpbruggetjes van tijd en milieu, was ik er spoedig zoo goed als zeker van, dat het om den Jordaens ging, die in de vlaamsche schildersschool bekend staat onder den voornaam Jakob.

De Duitsche vertaler van dezen amerikaanschen Rembrandt was waarschijnlijk niet zeer vertrouwd met de namen van beroemde meesters en had, zonder twijfel gemakshalve, onzen Jordaens het amerikaansch accent uit het origineel laten behouden. Mijn vertrouwen, opgewekt door de vaststelling dier gemakzucht en dier onkunde, veranderde oogenblikkelijk in een waardeerende bewondering. Al was het dan buiten de bedoeling van schrijver en vertaler, de schilder Jordaens was er in zijn naam toch aanzienlijk op vooruitgegaan, nu hij zich met Jake in plaats van met Jakob liet aanspreken. Zooveel meer rondborstigheid en vettige leute dan in het burgerlijke inheemsche Jakob, schuilt er in dezen zelfbewusten Jake, die zeker niet de kaas van zijn brood laat kapen. Jakob wordt traag en moeizaam, te veel vet en te weinig beweeglijkheid, en ook iets dat aan den bijbel doet denken; maar Jake is kort-aangebonden - o nee, het heeft niets met ellebogen en dringen te maken - Jake is joviaal, gemoedelijk, openhartig met de materie. Misschien is hij niet fijn besnaard, niet intelligent genoeg voor sommigen, maar in ieder geval houdt hij het uit in alle weer en wind, deze Jake Jordaens.

Ik had het nooit voor mogelijk geacht - zelfs niet met de hulp der internationale kunsthandelaren en kunsthistorici - dat mijn vertrouwde traditioneele vlaamsche Jordaens zich zoo grondig - de antieke gouden lijsten ten spijt! - kon vernieuwen. Steeds zal ik hem nu zien in een geruit flanellen hemd, wijde broek, de eene hand in den zak en met middelvinger en duim der andere lustig in de wereld knippend, daarbij het eene been opgetrokken in de knie en het andere, stevig geplant op de breede zool der vertrouwbare sterke laars, het steunpunt van den zuil, waarop de goeie Jake een kwartslag meedraait in de richting van het vingerknippen. Want ook hij begrijpt nu de good joke, die Jake!

In hetzelfde boek komt er een Obersherif van Amsterdam voor, die zijn stad door zijn titel tot een mij onbekend oord maakt. Ik verlies de weg in deze veramerikaniseerde gouden eeuw. Het van ouds bekende verkrijgt een onloochenbare luister, waardoor een schout tot sherif werd. Ik durf echter niet verder te lezen, uit angst een in 'n

[p. 1172]

Tom Mix omgetooverden Rembrandt te ontmoeten. Een nieuw geluid, een nieuwe werkelijkheid...

Abstract is de wereld waarin we ons geen voorstellingen kunnen vormen van klanken die ons vreemd aandoen, maar waarvan men voelt dat zij toch op een onbepaalde manier ‘tot de familie’ behooren. Ik zweef onaangenaam in een luchtledig bij het hooren van ‘boúllevàr, máddelène, boúlliong (de klemtoon op de eerste lettergreep!). Maar ook het woord teater is voor mij een vreemdsoortig dier. De geest verliest hier zijn recht ten gunste eener stofwisseling...

Jake Mix knipt met de vingers... zooals in den internationalen film, die iedereen zòò gemakkelijk moet kunnen begrijpen, tot er niets meer te begrijpen valt.

 

Van Uytvanck