85. E. du Perron aan M. ter Braak
Gistoux, Maandag. [24 Augustus 1931]

aant.

Beste Menno, Coster loopt op z'n eind: gisteravond en vanmorgen schreef ik het stuk over het Stem-programma en Waarheen gaan wij? Het is erg meegevallen; ik had hem op het laatst absoluut vast, en Marsman vindt het misschien wel het beste stuk van allemaal en raadt me bijna aan het hierbij te laten. Maar ik zal zien het in de Conclusie te overtreffen. Groot zal die conclusie wel niet worden; een 10 blzn. - ik heb nu 167 blzn.

[p. 132]

klaar. Dat wordt 5 nrs. in ons tijdschrift, niet minder.

Marsman gaf 2 verzen (beide zeer goed, vooral het kortere); ik stuurde ze aan Bouws. Werk je aan het manifest?

Ingesloten nog een afdrukje van Nietzsche - Peter Gast. Als Roelants in de redactie komt - wat nu alleen nog maar van jou afhangt - zal ik hem vragen om in Sept. met mij mee te gaan naar Holland, om met jou ook kennis te maken. Laat gauw wat hooren! Je

E.

De Marsluiden zijn sedert gisteren in het pension. Rien leest in den tuin en Hennie werkt aan een raam, boven. Niet aan het raam zelf, maar aan een nieuwen roman.

Geef een van de 2 goede afdrukken aan Truida.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie