Menno ter Braak
aan
Henrik Scholte(Amsterdam)

Rotterdam, 18 september 1929

R'dam 18 Sept.1929

 

B.H.

Ingesloten copij van Elisabeth de Roos, Hammacher en Verhoeven, die ik alle met mijn fiat voorzie. Hamm. is wat omslachtig, maar niet kwaad in deze samenhang. Bep en Verhoeven zijn beide m.i. zeer goed.

Bericht me nog even: hoe zit het met P. v.d. Meer en van Loon? Zijn die door jou geinviteerd? Anders dien ik nog aan het adres van v.d. Meer te komen.

Pijper, Coster en Joh. de Meester schrijf ik vanavond opnieuw aan. De eerste heeft mondeling al verraden, dat hij meedoet, en de tweede zal, zij het laat, ook wel loskomen. De Meester zend ik maar naar den Stadsschouwburg, maar ik vrees het ergste; overigens is zijn aanwezigheid niet in de eerste plaats noodzakelijk gelukkig.

Wat v.d. Bergh betreft: wil Kelk daarover eens opbellen. Het helpt niets, of ik hem al schrijf, want hij heeft zeker minstens een belangrijke mondelinge prikkel noodig! Kelk is de eenige, die iets van hem kan loskrijgen.

Voor de inleiding zorg ik morgen of overmorgen. Ik zend die dan aan jouw adres.

Verder is dan de groep essay m.i. vrij compleet, als de aangemaanden nog zenden. Ook over het doorsneegehalte ben ik niet ontevreden, al kan ik waarschijnlijk aan de poëzie niet knabbelen.

Mijn hartelijke groeten aan Isabell! Ik houd me voor de beloofde afdrukken, die voor mij zoo vleiend moeten zijn, sterk aanbevolen!

h.gr., tt.

Menno ter Braak

Al nieuws van Pelster, Timmermans en de Liga? De Liga drijft op ‘zekeren’ Timmermans, die niemand kent!

 

Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie